Over de NVF Archief Nieuws Agenda Dier en Kruid Symposia Tijdschrift Vereniging Contact  

 

HOME

Omhoog

 

Korte nieuwsberichten uit het NTvF:

Berichten december 2003

NVF-symposia in 2004
NVF-bestuur uitgebreid 
Europese Farmacopee uitgebreid met nieuwe plantenmonografieën

Nieuwe onderzoeks- en onderwijscentra voor de fytotherapie
Lycopeen, hele tomaat of kleinere pizza?
(Keuken)kruiden belangrijke anti-oxidanten
Echinacea en verkouden kinderen 
Wondzalf op basis van honing
Nieuws uit de supplementenbranche
Consumenteninformatie in de VS 
Reactie NVF-bestuur op de nieuwe EU richtlijn traditionele kruidengeneesmiddelen
 

Berichten najaar 2003

Medicinale cannabis op recept
Synthetisch galantamine
Nieuwe fytomedische ontwikkelingen
Kruidengeneesmiddelen bij bacteriële infecties
Prunella vulgaris zalf tegen herpes
Tabak, koffie en Parkinson
Studie naar rode-klaverextract
Protest tegen verhuizing VWA
Gezond brood met cichorei
Claims op voedingsmiddelen
Fytotherapie en biodiversiteit
Ayurveda in Nepal
NVF-cursus basisvakken
Nieuwe HBO-opleiding farmaceutisch zorgverlener
Vrijwillig(st)er gezocht
Studiegroep Dier en Kruid
 

Berichten voorjaar en zomer 2003

Canadese conferentie over interacties
Australië en regelgeving plantaardige geneesmiddelen
Kruidengeneesmiddelen betreden de 21ste eeuw
Chinese fytotherapeutica gewild als gevolg van SARS
Biologische groenten en fruit gezonder dankzij fenolen
Controle voedings- en geneesmiddelen onder één dak
Nieuwe cursus ‘Inleiding in de fytotherapie’
Fytotherapiecursussen op MBO-niveau
Najaarssymposium NVF
Accreditatie congres ‘’Gezondheidsbevorderende voedingsmiddelen’’ (NVF/NVGO)Accreditatie symposium hart- en vaatziekten
E/S/C/O/P symposium: verslag
PW special over Cannabis
Boswellia
serrata extract toegelaten als weesgeneesmiddel

Arnica
: homeopathie of fytotherapie?
Antroposofische fytotherapie bedreigd
Novel food wet houdt natuurproducten tegen
Is rode rijst gevaarlijk?
Medicinal Aromatic Plants Section (MAPS) verbreedt doelstelling
Fytotherapeuten binnenkort erkende voorschrijvers in Ierland


Berichten december 2003.................................................


NVF-symposia in 2004 

 Het NVF-bestuur heeft met instemming van de ledenvergadering ervoor gekozen om voor de bijeenkomsten in 2004 samen te werken met enkele andere organisaties. Dit betekent beide keren een bijeenkomst op donderdag. 

Op 13 mei 2004 zal samen met het landelijk PAO-bureau Farmacie een cursusdag in Utrecht georganiseerd worden onder de titel: Fytotherapie van wetenschap naar patiëntenzorg. Sprekers op die dag zijn onder meer drs J.H. van Meer, drs Ch. Wauters, drs J. Wijbenga en dr J. Schulte. Informatie en inschrijving uitsluitend via het PAO-bureau: www.paofarmacie.nl en info@paofarmacie.nl. Na afloop van de cursus, die door NVF-leden met korting bezocht kan worden, zal de NVF-voorjaarsvergadering plaatsvinden.
klik hier voor meer informatie

In oktober 2004 vinden de FIGON (Federatie voor Innovatief Geneesmiddelen Onderzoek) geneesmiddelendagen plaats in Lunteren. Op de eerste dag (7 oktober 2004) zal een gecombineerd NVF/LOF (Landelijk Overleg Farmacognosie) symposium worden gehouden waaraan ook de sectie biogene geneesmiddelen van de NVFW (Nederlandse Vereniging Farmaceutische Wetenschappen) en de GA (Gesellschaft für Arzneipflanzenforschung) zal deelnemen. Ook zal op deze dag de NVF-najaarsvergadering plaatsvinden. Het thema van de dag is Biogenic Drugs and the Central Nerve System (Biogene geneesmiddelen en het Centraal Zenuwstelsel).
klik hier voor meer informatie.   


NVF-bestuur uitgebreid 

 Op de ledenvergadering van 25 oktober 2003 hebben de leden ingestemd met het verzoek van het NVF-bestuur om twee extra bestuursleden te benoemen, namelijk drs L.K. de Munck-Khoe en dr C.J. Beukelman. Omdat drs J.H. van Meer aangaf  per 1 januari 2004 het voorzitterschap te willen beëindigen heeft het bestuur de heer Beukelman benoemd tot interimvoorzitter voor de periode tot de volgende bestuursverkiezing (najaar 2005). zie verder: bestuur.


Europese Farmacopee uitgebreid met nieuwe plantenmonografieën

  In het 6e supplement van de Europese Farmacopee, 4e editie, zijn vijf nieuwe monografieën opgenomen over plantenbereidingen (het betreft Atropa belladonna, Solidago virgaurea, Silybum marianum, Hypericum perforatum, dit betreft de homeopathische bereiding, de fytotherapeutische was er al, en Citrus sinensis). Tevens gelden vanaf 1 januari 2004 een aantal herzieningen inzake monografieën van Matricaria recutita, Rosa canina, Eleutherococcus senticosus, Eucalyptus globulus, Gentiana lutea, Cephaelis acuminata / C. ipecacuanha, Fucus Vesiculosus / F. serratus en Mentha x piperita. Correcties zijn aangebracht bij Citrus aurantium, Origanum onites / O. vulgare, Plantago lanceolata en Myroxylon balsamum.  Zie de website www.pheur.org


Nieuwe onderzoeks- en onderwijscentra voor de fytotherapie

 Recent werd door de Nigeriaanse overheid de Traditional Medical Council of Nigeria bij wet ingesteld. De Universiteit van Lagos heeft een diplomaprogramma kruidengeneeskunde ingesteld. Dit is bedoeld om traditioneel werkende geneeskundigen, en overige geïnteresseerden, te scholen in zaken als taxonomie, systematiek en extraheertechnieken.

Vorig jaar is aan de Kwame Nkrumah Universiteit of Science and Technology (KNUST) in Cape Coast, Ghana een BSc opleiding in herbal medicine opgestart, die nu 60 studenten telt. Dr V. Ankamah-Lomotey van KNUST verwacht dat de komende vijf jaar kruidengeneesmiddelen de reguliere geneesmiddelen zullen overvleugelen in Ghana.

In Melbourne wordt een nieuw onderzoekscentrum opgezet waar traditionele Chinese, Arabische en Indiase geneesmiddelen onafhankelijk onderzocht zullen worden. Hieraan werken verschillende Australische universiteiten en complementaire beroepsopleidingen mee. De kosten (1 miljoen Australische dollar) worden voor de helft door de overheid betaald.

Het ministerie van gezondheid in Zuid-Afrika heeft een virtueel onderzoekscentrum voor traditionele geneesmiddelen opgezet om wetenschappelijk onderzoek naar de therapeutische eigenschappen te faciliteren. Het centrum wordt bestuurd door de Medical Research Council en de Council for Scientific and Industrial Research, maar ook universiteiten, andere wetenschappelijke organen en particuliere onderzoeksinstellingen nemen hieraan deel.

Bronnen: Daily Champion (Lagos) 14 november 2003,  www.ghanaweb.com 19 november 2003, Herald Sun (Australië) 24 november 2003, www.scidev.net 11 september 2003.


Lycopeen, hele tomaat of kleinere pizza?

 Onderzoek aan de Universiteit van Illinois liet zien dat ratten die  testosteron en N-methyl-N-nitroso-ureum in hun voer kregen door het toedienen van tomatenpoeder (overeenkomend met 13 mg lycopeen/kg) een significante bescherming ondervonden tegen sterfte door prostaatkanker (62% versus 80% in de controlegroep). Synergie in de tomaatbestanddelen lijkt daarbij een rol te spelen. De stof lycopeen, veel verwerkt in voedingssupplementen en meestal als de meest werkzame verbinding beschouwd, werd ook afzonderlijk toegediend (161 mg/kg) en dit leverde slechts een kleine, niet significante reductie in sterfte op. Overigens was de bescherming door een 20% calorie-armer dieet vrijwel even groot als door het tomatenpoeder.

Bron: Boileau et al, J Natl Canc Inst 5 nov 2003.


(Keuken)kruiden belangrijke anti-oxidanten

  De bijdrage van keukenkruiden evenals die van medicinale kruiden aan de totaalopname van anti-oxidanten kan heel groot zijn, stelt een Noorse onderzoeksgroep. Dit kan zelfs de bijdragen van groeten, fruit en granen overschaduwen. Met name was de anti-oxidantenconcentratie zeer hoog in oregano, salie, munt, thijm, citroenmelisse, piment, kruidnagel, kaneel, glidkruidwortel. Tussen de kruiden onderling zaten grote verschillen die soms een factor 1000 bedroegen

Bron: S. Dragland et al. 2003. J.Nutr. 133:1288-90.


Echinacea en verkouden kinderen 

Uit de praktijk van fytotherapeuten is bekend dat bij de inzet van Echinacea rekening moet worden gehouden met mogelijke allergische reacties en dat de Echinacea direct bij de eerste infectiesymptomen in hoge dosering moet worden toegediend, dat die daarna wordt gehalveerd en niet te snel afgebouwd. Een onderzoek van J.A. Taylor et al in JAMA van 3 december 2003 beschrijft toediening van Echinaceasiroop (2,34% gedroogd perssap uit vers kruid E. purpurea (31,5-53,6:1) aan kinderen (2 x 3,75 ml/dag aan 2-5 jarigen; 2 x 5 ml/dag aan 6-11 jarigen) op het moment dat de ouders met twee of meer symptomen naar de kliniek gingen om zich te melden voor het onderzoek. De siroop had geen effect op duur en intensiteit van de ziektesymptomen. Het aantal bijwerkingen van Echinacea was gelijk aan dat van de placebogroep, en het aantal allergische reacties viel mee, bij 7,1% van de verum (en 2,7% van de placebo) groep trad voorbijgaand huiduitslag op. Ook waren er meer koortsdagen (0,81 versus 0,64; net niet significant, p = 0,09) in de verum groep. Het aantal tweede verkoudheden tijdens de onderzoeksperiode was lager in de Echinaceagroep (64,4 % versus 52,3 %, p = 0,015). De auteurs vermelden dat mogelijk een ander preparaat of een andere dosering een meer positieve uitkomst had kunnen geven. Maar deze studie geeft geen steun aan de inzet van dit preparaat bij verkouden kinderen. Bronnen: www.jama.com en www.herbalgram.org   


Wondzalf op basis van honing 

Sinds kort is in Nederland honingzalf zowel op recept als vrij verkrijgbaar. Honing werkt antibacterieel en onderzoek heeft aangetoond dat zuivere honing sneller wonden laat genezen dan occlusief verband of zilversulfadiazine crème. Bovendien werkt honing nog wel tegen antibiotica-resistente bacteriën. Honingzalf is ongeveer vier maal zo duur maar biedt wel diverse voordelen bij zeer veel wondsoorten in de zwarte, gele en rode fase. Met de zalf zelf is nog geen vergelijkende klinische studie gedaan.

Bron: Pharm Sel 2003; 19:96-100.


Nieuws uit de supplementenbranche

Positieve dopingtesten bij topsporters brachten het risico van vervuilde voedingssupplementen onder de aandacht. Daarom hebben enkele organisaties, waaronder de branchevereniging NPN, een zekerheidssysteem ingevoerd voor sportvoedingssupplementen. De 29 bedrijven die hieraan mee doen garanderen dat de supplementen vrij zijn van doping-geduide stoffen. Dit zal steekproefsgewijs door het RIVM gecontroleerd worden. De deelnemers zijn te vinden op www.necedo.nl/nzvt


Consumenteninformatie in de VS 

De laatste jaren zijn er in de Verenigde Staten veel problemen geweest met vervuilde en vervalste kruidenpreparaten. Hierdoor is de omzet sterk gedaald. De American Botanical Council (ABC) heeft nu samen met fabrikanten een veiligheidslabel (Safety Labeling Program: SLP) geïntroduceerd om de consument te informeren. Een belangrijk aspect hierin is het vermelden van interacties met chemische recept- of vrij verkrijgbare (OTC) geneesmiddelen. Een probleem hierbij is dat de laatste tijd veel is gepubliceerd over (potentiële) interacties op basis van theorieën of speculaties, maar dat deze interacties in de praktijk, ondanks veelvuldig gecombineerd geneesmiddelgebruik, weinig gezien worden. De informatie op de labels zal worden gehaald uit informatiebladen die de ABC opstelt en bediscussieert met wetenschappelijke experts.

Bron: www.herbalgram.org


Berichten najaar 2003........................................................  


Medicinale cannabis op recept

Per 1 september 2003 mogen apothekers in Nederland medicinale cannabis
verstrekken aan patiënten die hiervoor een recept hebben gekregen van hun
arts. Op de website van het Bureau voor Medicinale Cannabis
( www.cannabisbureau.nl ), onderdeel van het ministerie van Volksgezondheid
Welzijn en Sport (VWS), is alle nodige informatie voor arts, apotheker en
patiënt te vinden zoals een beschrijving van de twee beschikbare
variëteiten SIMM 18 en Bedrocan, de prijs (en hoe die tot stand komt),
alsmede alle documentatie over de opiumwet en het 105 pagina's tellende
rapport van ZorgOnderzoek Nederland (ZON) over medicinale cannabis. Ook
wordt er gewaarschuwd dat de twee verhandelde variëteiten flink wat sterker
zijn (met name wat betreft het dronabinol oftewel THC gehalte) dan het

voorheen veelgebruikte cannabisproduct van Maripharm. Het is verheugend
dat patiënten die baat lijken te hebben bij medicinale cannabis nu op
reguliere wijze aan een kwalitatief goed product kunnen komen. Het zou een
nog betere zaak zijn als VWS en ZON deze procedure herhalen voor andere
kruiden die door patiënten naar tevredenheid werden of worden gebruikt maar
nu of binnenkort niet meer verhandeld mogen worden zoals Kava kava,
Ephedra, Stephania, Symphytum (waarvoor de ontwikkeling van een
pyrrolizidinenvrij product nodig is), enzovoorts. En waarom wordt er door
de overheid geen energie gestoken in het stimuleren van onderzoek naar
medicinale planten, zoals knoflook, die een groot medicinaal (met name
preventief) nut zouden kunnen hebben maar vanwege het ontbreken van
}patenten (net als bij de cannabis) op dit moment niet voldoende onderzocht
worden met geld vanuit het bedrijfsleven? De WHO heeft al in 1998
richtlijnen  opgesteld waarin staat dat elk land zijn eigen kruidentraditie
moet documenteren, evalueren en behouden en dat de regering moet toezien op
verbetering door onderwijs, onderzoek, examens, enz. Naast de zeer terechte
aandacht (typisch Nederlands) voor cannabis als medicijn is het nu de

hoogste tijd om ook naar andere planten te kijken.

geplaatst: 22-9-2003


Synthetisch galantamine

De ontwikkeling in de tegengestelde richting als door Wagner geschetst gaat eveneens door. 
In dit tijdschrift werd reeds eerder (december 1995, NTvF; 8(4):9-12) geschreven over de cholinesterase-remmer galantamine (komt onder meer voor in het sneeuwklokje, Galanthus nivalis), een potentieel interessant middel bij Alzheimer. Het in 1998 in Europa geregistreerde synthetisch galantamine is nu ook in Nederland als geneesmiddel geregistreerd (aldus J. Lekkerkerker in het Pharmaceutisch Weekblad van 15 augustus 2003, pag.1175) ondanks de beperkte werkzaamheid.

geplaatst: 22-9-2003


Nieuwe fytomedische ontwikkelingen

Professor H. Wagner schetst in het Zeitschrift für Phytotherapie (2002;23:164-8) drie belangrijke activiteiten die bijdragen aan een meer rationele fytotherapie: nieuwe technieken voor het analyseren en standaardiseren van inhoudsstoffen; het toepassen van moleculair biologische modellen (biologische testen) bij het vaststellen van de activiteit van plantextracten en het verrichten van klinische, farmacodynamische en farmacokinetische studies volgens GCP-normen. De Duitse ervaring met dit type onderzoek zou benut moeten worden om bijvoorbeeld ook de traditioneel Chinese en Indiase geneesmiddelen te evalueren. Vooral de biologische testen hebben laten zien dat extracten vaak veel breder werkzaam zijn dan geïsoleerde stoffen vanwege de multivalentie en synergie van de zeer diverse in totaalextracten aanwezige bestanddelen. Dat deze synergie niet alleen bestaat uit verbeterde beschikbaarheid (ten gevolge van bijvoorbeeld de aanwezige saponinen) is aangetoond voor bijvoorbeeld een mengsel van ginkgoliden A en B. Samen toegediend is het effect hiervan groter dan de optelsom van elk apart. Vergelijkbare effecten zijn gevonden voor kava-kava, wilg, zoethout, cannabis, hop, valeriaan, sint-janskruid, ginseng en gember. De therapeutische equivalentie die inmiddels vastgesteld is tussen verschillende enkelvoudige geneesmiddelen en plantextracten of tussen het totaalextract en (een veel hogere concentratie van) het meest werkzame geïsoleerde bestanddeel, bevestigt het gelijk en de actualiteit van de empirisch gewortelde behandelconcepten in de fytotherapie. Ook in de chemotherapie wordt steeds vaker met combinaties gewerkt en naar  “multi-target”-therapieën gezocht.

Enkele voorbeelden die Wagner geeft van het door hem bedoelde onderzoek:

-        het vaststellen van de onjuiste botanische tenaamstelling en concentratieverschillen bij veel preparaten die als "Echinacea purpurea" in de handel zijn;

-        het in moleculaire modellen tonen van het anti-atherosclerotisch effect en situatie-selectieve apoptose-inductie opgewekt door knoflookextract;

-        opheldering van het werkingsmechanisme van brandnetelwortel (lectinen bezetten receptoren van epidermale kankercellen en werken zo antiproliferatief);

-        onderzoek van Gong en Sucher dat het totale werkingsspectrum van complexe Chinese recepten ter preventie van CVA liet zien met alle synergistische componenten;

-        de vaststelling dat een dagdosis sint-janskruid met acht tot tien milligram bioactieve verbindingen gelijkwaardig is aan een dagdosis van 150 mg Imipramin (gemeten aan de HAMDA-score);

-        verbeterde metabolietendetectie in urine, gal, bloed en orgaanweefsel heeft veel meer inzicht verschaft in de farmacokinetiek van fytotherapeutica en de werkzame stoffen die erin zitten.

Wagner besluit met een vooruitblik: in de reguliere geneeskunde wordt steeds minder symptomatisch en steeds meer causaal behandeld. De natuurgeneeskunde heeft vanaf het begin het versterken van het afweersysteem en het causaal remmen van ziekteprocessen hoog in het vaandel gehad en ook hierdoor krijgt de fytotherapie een nieuwe legitimatie.

geplaatst: 22-9-2003


Kruidengeneesmiddelen bij bacteriële infecties

K. Martin en E. Ernst publiceerden in de Joumal of Antimicrobial Chemotherapy (2003;51:241-6) een overzicht van gecontroleerde klinische studies naar behandeling van bacteriële infecties met kruiden. In dit artikel wordt gewezen op de toenemende resistentie van micro-organismen tegen antibiotica en het veelvuldig gebruik van kruiden als huismiddel. Gezocht werd naar klinische studies met enkelvoudige totaalextracten voor inwendig gebruik, waarbij het puur ging om de antibacteriële werking en niet om preventie of verhoging van de immuunactiviteit. Het bleek dat veel plantextracten met een lange traditie en veelbelovende in vitro testresultaten nog nooit in een klinische studie hiervoor getoetst zijn. Het ontbreken van patenten zien de auteurs als belangrijke oorzaak hiervoor. Er werden drie  studies gevonden in relatie tot Helicobacter pylori, twee met knoflook (waarvan eenmaal in combinatie met Spaanse peper) en één met kaneel. Geen van de drie studies liet een effect van de planten op de kolonievorming zien. Verder werden enkele studies met uitwendige toepassingen gevonden. Een studie met een zalf van zwarte thee (Thea assamica 5%) in relatie tot huidinfectie (impetigo) met Staphylococcus aureus  en Streptococcus pyogenes liet een goed resultaat zien, vergelijkbaar met reguliere middelen. Het resultaat van neuszalf en wassing met tea tree-olie bij een methicilline-resistente S. aureus-kolonie was vergelijkbaar met mupirosin (tea tree 4% met mupirosin 2%), maar deze studie was erg klein van opzet. Niettemin verdienen deze twee zaken volgens de auteurs meer en groter opgezet onderzoek omdat ze op goedkope wijze oplossingen kunnen bieden voor problemen die steeds groter worden in de reguliere zorg. Tea tree-olie had ook een goed resultaat in een proefstudie bij acne. Een studie met Ocimum gratissimum-olie (2 % in alcohol en ook 5% in cetomacrogol) liet bij acne zelfs een beter resultaat zien dan benzoylperoxide. Het sterkere preparaat (5%) was echter in een aantal gevallen irriterend en de geur werd niet gewaardeerd. De auteurs benadrukken dat dit onderzoeksterrein verder ontwikkeld moet worden.

 

geplaatst: 22-9-2003


Prunella vulgaris zalf tegen herpes

Op het congres van de American Society for Microbiology (19 mei 2003) werd door samenwerkende universiteiten van Canada en Hong Kong een zalf gepresenteerd van ligninen-koolhydraten geïsoleerd uit de aar van het bijenkorfje (Prunella vulgaris) die, uitwendig toegepast bij proefdieren, het aantal huidlesies ten gevolge van experimenteel toegediend Herpes simplex virus (HSV -1 en HSV -2) zeer sterk verminderde. Deze behandelingsmogelijkheid kan belangrijk worden, gezien de toenemende resistentie van herpesstammen tegen virusremmers. Het bijenkorfje uit de lipbloemenfamilie is ook in Nederland een eeuwenoud geneeskruid en volgens dr Duke de plant met het hoogste gehalte aan rozemarijnzuur.

Bron: persbericht ASM (www.asm.org/media)

geplaatst: 22-9-2003


Tabak, koffie en Parkinson

Het BMJ (www.bmj.com) besteedde op 15 maart j.l. aandacht aan het preventieve effect van koffie en tabak op de ziekte van Parkinson. De schadelijke effecten van beide planten in de vorm van cardiovasculaire aandoeningen en carcinomen maakt dat er (terecht!) niet vaak wordt geschreven over de positieve aspecten ervan. Toch hebben rokers 60% en koffiedrinkers 30% risicoreductie inzake de ziekte van Parkinson. De auteurs Martyn en Gale vermoeden dat de oorzaak hiervan gelegen is in de reductie van de neurotoxiciteit van MPTP door alkaloïden uit beide planten (nicotine, coffeïne), maar met name in tabak zitten nog veel meer farmacologisch actieve stoffen. Zij stellen voor deze nader te onderzoeken in verband met secundaire preventie.

geplaatst: 22-9-2003


Studie naar rode-klaverextract

J.A. Tice et al. publiceerden in JAMA (www.jama.com) van 9 juli 2003 een studie naar het effect van rode klaver-extract op opvliegers tijdens de menopauze. Nu de reguliere hormoontherapie meer en meer wordt verlaten omdat deze een verhoogd risico op kanker en cardiovasculaire aandoeningen geeft is de belangstelling voor fyto-oestrogenen sterk gegroeid (zie ook de rubriek abstracts). Maar een zinvolle toepassing hiervan is een complexe zaak, zoals reeds bleek op het NVF congres over de overgang (najaar 2000). In dit geval werden twee rode-klaverextracten (gestandaardiseerd op 82, respectievelijk 57 mg isoflavonen per dag) met elkaar en met een placebo vergeleken. De studie duurde 12 weken (voorafgegaan door twee weken placebogebruik in alle groepen) en er werd door 246 vrouwen aan deelgenomen. De gemeten levenskwaliteit en de gerapporteerde bijwerkingen verschilden niet per groep. Het aantal opvliegers per dag verminderde significant in alle drie de groepen (41 %, resp. 34% in de 82, resp. 57 mg groep en 36% in de placebogroep). De verschillen tussen de behandelgroepen waren in dit opzicht niet significant. Echter in de groep met het 82 mg product kwam de verbetering significant eerder tot stand dan bij de andere twee groepen. De auteurs concludeerden ondanks deze resultaten dat het gebruik van dit preparaat geen klinisch relevante verbetering opleverde. Verschillende subgroepen werden geanalyseerd en het leek erop dat wat zwaardere vrouwen meer baat hadden bij de fyto-oestrogenen dan lichtere vrouwen. Dit was een onverwacht fenomeen waarvoor de auteurs geen verklaring konden geven.

De fabrikant van een wereldwijd bekend en veel gebruikt voedingssupplement met rode-klaverextract reageert met de tegenwerping dat deze studieresultaten afwijken van eerdere studieresultaten. Als voorbeeld worden enkele studies aangehaald, waarin een vergelijkbare reductie van opvliegers werd bereikt van meer dan 40% (44-48,5%), die wel significant was ten opzichte van de placebo. Gesteld wordt dat er in het hierboven besproken onderzoek van Tice et al. sprake is van een ongewoon hoog placebo-effect, hetgeen het beeld vertekent. In de andere studies werd meestal een placebo-effect van 15-20% gezien. Uitgezocht zou moeten worden wat de oorzaak is van het uitzonderlijk hoge placebo-effect.  Aldus een commentaar van de fabrikant.

 geplaatst: 22-9-2003


Protest tegen verhuizing VWA

In het regeerakkoord van het nieuwe kabinet is opgenomen dat de Voedsel- en Waren Autoriteit, (VWA) inclusief de Keuringsdienst van Waren, niet meer onder het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport valt maar onder verantwoordelijkheid komt van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV). Verschillende politieke partijen en belangengroepen (zoals de Consumentenbond) hebben hiertegen bezwaar aangetekend. “Voedselveiligheid moet geborgd worden vanuit het uitgangspunt van volksgezondheid, niet vanuit de belangen van voedselproducenten”, aldus de Consumentenbond, die een ondermijning van het toch al wankele consumentenvertrouwen in de voedselveiligheid vreest en liever de VWA geheel zelfstandig zag. Nederland loopt hiermee internationaal erg uit de pas. De controle op voedingssupplementen (waaronder veel fytotherapeutica) door de VWA zal dus ook voortaan onder het ministerie van LNV ressorteren.

Bron: http://www.vwa.nl

geplaatst: 22-9-2003


Gezond brood met cichorei

Een panel van wetenschappers (voorzitter prof. P.M. Rombouts) heeft de aanvraag van een bakker van een gezondheidseffect van brood met inuline, ter verbetering van de darmflora, positief beoordeeld. Drie sneden brood per dag (5g inuline per 100 g) zal de evenwichtige samenstelling van de darmflora ondersteunen door selectieve groeistimulatie van Bifido-bacteriën. Er zijn met het brood geen studies gedaan maar het panel vond het indirect bewijs voor de werkzaamheid van de inuline uit cichorei voldoende.

Bron: www.voedingnu.nl/nieuws/

geplaatst: 22-9-2003


Claims op voedingsmiddelen

Kort na het uitbrengen van het rapport van de Gezondheidsraad (Voedingsmiddelen en supplementen met claims over gezondheidseffecten, 10 juni 2003, te lezen op www.gr.nl) kwam ook de Europese Commissie op 16 juli met een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen . Omdat vrijwel alle fytotherapeutica in Nederland als voedingssupplementen in de handel zijn hebben beide documenten hierop tevens betrekking. In beide documenten staat het belang van de consument voorop. Deze moet beschermd worden tegen loze beweringen over zijn voedsel, met name in relatie tot de gezondheidsaspecten hiervan. Beide documenten nemen dan ook hard stelling tegen de in de praktijk ver opgerekte wetgeving inzake reclameteksten, zoals bijvoorbeeld in Nederland door de KAG wordt bepleit. Naar verwachting zullen de verwarrende gezondheidsclaims worden verboden (“goed voor onderhoud van uw nieren; voor soepele vaten; voor een gezonde nachtrust”, enz. ). Momenteel mogen deze nog over elk product worden gebezigd, ongeacht de aan- of afwezigheid van enig bewijs over de effectiviteit. In plaats daarvan zou het recht moeten komen om op voedingsmiddelen – mits voldoende bewezen – gezondheids- of -risicoreducerende claims te mogen voeren. De Gezondheidsraad biedt zichzelf aan als toetsend orgaan. Dit lijkt een verbetering ten opzichte van de huidige situatie, waarvan hieronder een voorbeeld over brood. Een heikel punt voor de supplementen is natuurlijk: wat is dan voldoende bewijs en wie gaat voor de patentloze fytotherapiemarkt kostbaar onderzoek doen? Een nuancering in de graad van bewijsvoering zoals de WHO en de CTF hanteren, komt in de hier besproken documenten niet naar voren omdat het uitgangspunt (vooral bij de EU) de voedingsfunctie van de levensmiddelen is en een claim hierbij geldt als een extraatje ten behoeve van de omzet. De duidelijkheid die de recent gereedgekomen CTF-toetsingsprocedure aan arts, therapeut en consument kan bieden is daardoor onverminderd van belang.


geplaatst: 22-9-2003  


Fytotherapie en biodiversiteit

Wereldwijd wordt de meerderheid van de medicinale planten nog steeds in het wild verzameld. Om de duurzaamheid van de fytotherapie te verzekeren, zijn naar aanleiding van een conferentie in Chiang Mai (Thailand) in 1988 richtlijnen voor de bescherming van medicinale planten ontwikkeld. De NVF werd door TRAFFIC gevraagd voor 30 september 2003 te reageren op de conceptversie van de revisie van deze WHO/IUCN/WNF richtlijnen (huidige versie uit 1993). Veel aandacht wordt besteed aan het behoud van traditionele kennis over het gebruik van geneesplanten en het verzamelen van botanische-en handelsgegevens. Er worden verschillende aanbevelingen gedaan voor een meer duurzame productie van fytotherapeutica. Maar ook thema's als sociale duurzaamheid, bewustwording, netwerkvorming, een kritische beschouwing over ex situ verzamelingen en de verantwoordelijkheden van industrie en handel komen aan de orde. Geïnteresseerde leden kunnen het concept opvragen bij het NVF-bureau. 

“The impact of medicinal plant use on biodiversity, a case study in Hluhluwe-Umfolozi Park, KwaZulu-Natal, South Africa” is de titel van het in mei jl. verschenen rapport van ir M. te Beest, dat mede met steun van het R.P. Labadiefonds tot stand kwam. Het rapport geeft een uitgebreid overzicht van de medicinale plantensoorten die aanwezig zijn in het park waarvan er een aantal (mede) ten gevolge van commerciële (over)exploitatie kwantitatief sterk teruggelopen zijn. Het is een goede illustratie van de problematiek die de achtergrond vormt van de bovengenoemde Chiang Mai richtlijnen

geplaatst: 22-9-2003


Ayurveda in Nepal

Dr R.R. Koirala zond ons zijn lezing (najaar 2002 voor de IUCN gehouden) met de titel “Problems and potentials for developments of Ayurvedic sector and protection of traditional knowledge in Nepal”. Omdat Nepal jarenlang gevrijwaard was van buitenlandse invloeden bestaan er nog unieke socioculturele traditionele gebruiken, zeker ook voor het genezen en de meerderheid van de bevolking maakt hiervan gebruik. Sinds 1975 heeft de WHO hoge prioriteit toegekend aan het documenteren en bewaren van deze kennis, met name betreffende de grote hoeveelheid medicinale en aromatische planten (Jadibuti). Dit heeft echter wel tot theoretische, maar nog niet tot praktische steun geleid voor de verdere ontwikkeling van de Ayurveda in Nepal. De westerse wereld toont veel belangstelling voor traditionele geneesmiddelen. Informatie over het gebruik van Ayurvedische middelen behoort volgens het westers eigendomsrecht tot het publiek domein. Daardoor wordt inheemse kennis vaak niet beloond, terwijl anderzijds in de VS en Europa de omzet aan traditionele geneesmiddelen afkomstig uit de Derde Wereld stijgt. In Nepal zijn veel belangrijke klassieke Vedische teksten bewaard gebleven, deze manuscripten zijn echter in Nepal zelf niet gepubliceerd. Wel door andere landen die er nu profijt van trekken, na legale of illegale verkoop naar het buitenland. Een ander probleem is dat er nog maar weinig mensen zijn die de oude taal (Sanskriet) in deze teksten kunnen begrijpen. Op dit moment werken er in Nepal nog ongeveer 400.000 Ayurvedische behandelaars uit een familiaire beroepstraditie die soms 23 generaties terug gaat. Alhoewel een groot deel van de bevolking deze mensen consulteert, worden deze praktizijns steeds meer uitgesloten van de nationale zorginstituten en officiële gezondheidszorg omdat de regering nalaat hun rol en belang te definiëren. Dit heeft weer tot gevolg dat velen een ander beroep gaan zoeken zodat kennis en ervaring verloren dreigen te gaan. En ook hier is het probleem dat buitenlandse onderzoekers deze praktijken graag documenteren, maar door hun publicatie zich de informatie toe-eigenen.

Tenslotte staat de biodiversiteit in de Himalaya, de bron van alle Jadibuti, onder druk. De database van medicinale Nepalese planten omvat 1624 soorten (938 geslachten, 218 families). Bijna alle kruidenhandel is op verzamelen gebaseerd, waarbij mensen weinig besef hebben van het gevaar van uitsterving. Buitenlands geld verleidt gemakkelijk tot overexploitatie. Dr. Koirala doet een aantal aanbevelingen tot verbetering van de situatie.

 geplaatst: 22-9-2003  


NVF-cursus basisvakken

Op verzoek van de NVA wordt door de NVF-onderwijscommissie samen met de commissie Chinese Fytotherapie en stafleden van de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Utrecht een cursus farmaceutische basisvakken voor de fytotherapie voorbereid. Het is de bedoeling deze af te sluiten met een examen dat overeenkomt met de eindtermen zoals geformuleerd door de EHPA (European Herbal Practitioners Association, zie www.euroherb.com ). De cursus omvat geen therapeutische of diagnostische vaardigheden, alleen basisvakken zoals farmacognosie en farmacologie. Behalve NVA-leden zijn ook leden van andere beroepsverenigingen (westers zowel als oosters) welkom. Nadere informatie volgt.

 geplaatst: 22-9-2003


Nieuwe HBO-opleiding farmaceutisch zorgverlener

Optima Farma, de beroepsorganisatie van apothekersassistenten, start I januari 2004 in samenwerking met DijDiDact en Hogeschool Hanzesteden de HBO-opleiding Farmaceutisch Consulent. Initiatiefnemer apotheker van den Bemt schrijft: “Zowel apotheker als apothekersassistent moeten zich duidelijk profileren als farmaceutisch zorgverlener. De apotheker, als geneesmiddeldeskundige bij uitstek, zal in de huidige maatschappij, naast arts en specialist, steeds vaker de rol van medebehandelaar op zich nemen. Dat kan hij niet alleen. De praktijk wijst echter uit dat apothekersassistenten doorgaans kennis en vaardigheden tekortkomen om als farmaceutisch zorgverlener bij te kunnen springen. Optima Farma wil de apotheek extra toerusten door de kennis en vaardigheden van de apothekersassistenten te vergroten. Er is daarom een nieuwe HBO-opleiding opgezet waarin niet alleen de kennis van het menselijk lichaam, ziektes en geneesmiddelen verder wordt uitgediept, maar waarin ook de psychosociale kant van het vak, de ethiek en de marketing van het product uitgebreid aan bod komen. De apothekersassistent moet immers niet alleen de kennis bezitten, hij of zij moet die ook over kunnen brengen.

In de opleiding komen naast fysiologie, pathologie en geneesmiddelenkennis ook homeopathie en fytotherapie duidelijk aan bod. De huidige cliënten van de apotheek en hun behandelaren kiezen naast allopathische geneesmiddelen steeds vaker voor fytotherapeutische en homeopathische middelen. Met name in de post-propedeutische fase van de opleiding wordt de kennis omtrent homeopathie en fytotherapie verder uitgediept. Onderwerpen die in relatie tot de fytotherapie aan bod komen zijn: het verschil tussen homeopathie en fytotherapie, basiskennis van geneeskrachtige planten en werkzame stoffen hieruit, werkzaamheid, bijwerkingen, gebruiksadviezen, voorlichting, relatie tot voedingsmiddelen en tot andere geneesmiddelen en preparatenkennis.”


geplaatst: 22-9-2003


Vrijwillig(st)er gezocht

Op het NVF-bureau ligt veel oud materiaal te wachten op een liefhebber van archiveren. Wie van de NVF-Ieden heeft zin om hierbij te assisteren dan wel het voortouw te nemen? Reiskosten kunnen worden vergoed binnen de fiscale vrijwilligersvrijstelling.

voor meer informatie:NVF-bureau

geplaatst: 22-9-2003


Studiegroep Dier en Kruid

In het decembernummer 2002 van het NTvF (zie hieronder) stond een oproep, eveneens geplaatst in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde, aan geïnteresseerden voor een werkgroep fytotherapie bij dieren. Aan deze twee oproepen hebben ruim 25 mensen gehoor gegeven, waaronder veel dierenartsen. De nieuwe werkgroep heeft reeds twee succesvolle bijeenkomsten gehad waarin aandacht werd besteed aan lopend onderzoek en algemene thema's zoals de wet- en regelgeving op dit gebied. De groep heeft besloten als studiegroep Dier en Kruid binnen de NVF te opereren (dus niet als KNMvD werkgroep). NVF-leden die de start gemist hebben maar toch graag mee willen doen met deze werkgroep kunnen zich nog aanmelden bij het NVF-bureau. De volgende bijeenkomst is op 2 oktober 2003.

Oproep voor binnenkort op te richten werkgroep: Fytotherapie bij dieren
In de diergezondheidszorg zijn veel mogelijkheden om fytotherapeutica toe te passen. De laatste jaren
neemt de interesse hiervoor vanuit diverse groeperingen hand over hand toe. Te denken valt aan
 veehouders die op een duurzame manier willen gaan werken en eigenaren van huisdieren.
Ook steeds meer dierenartsen en andere diergeneeskundigen zoeken naar nieuwe wegen.
Binnen de NVF zijn enkele leden die zich professioneel bezighouden met diergezondheid.
Graag willen zij een werkgroep oprichten om de kennis van fytotherapie bij dieren te bundelen
en te verspreiden. Het doel is om de verschillende partijen bij elkaar te krijgen die belangstelling
hebben voor onderzoek, onderwijs en toepassing van fytotherapie bij dieren. Iedereen die hier al
 mee bezig is of die hier belangstelling voor heeft, wordt van harte uitgenodigd om contact met ons
op te nemen. Schrijf naar nvf@fyto.nl

geplaatst: 22-9-2003


Reactie van het NVF-bestuur op de nieuwe EU richtlijn traditionele kruidengeneesmiddelen

Kort samengevat:

* De NVF waardeert de serieuze aandacht die de EU geeft aan plantaardige geneesmiddelen.
* In Nederland moet nog veel gebeuren aan de infrastructuur om de fytotherapie optimaal toe te kunnen passen.
* Aan loze beweringen over wondermiddelen heeft niemand iets.

Context: Op 16 december 2003 stond in het europarlement voor de tweede keer de Europese Richtlijn voor Traditionele Kruidengeneesmiddelen op de agenda (stemming 17 december: aangenomen). De eerste versie van dit voorstel werd op 17 januari 2002 gepresenteerd, en is besproken op 21 november 2002 in het europarlement en op 27 november en 3 december 2003 in de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid. De (aangepaste) richtlijn voorziet in de registratie van kruidengeneesmiddelen van farmaceutische kwaliteit waarvoor beperkte wetenschappelijke onderbouwing is.  Een Europese commissie zal plantenmonografieën opstellen waarnaar de fabrikant kan verwijzen voor de onderbouwing van de kruidengeneesmiddelen. Kort geleden werd ook in de ‘’gewone’’ geneesmiddelrichtlijn de registratiemogelijkheid voor plantaardige geneesmiddelen verbeterd (richtlijn 2003/63/EG).  

Geregistreerde kruidengeneesmiddelen

De NVF is verheugd met de aandacht die fytotherapeutica krijgen in de nieuwe Europese geneesmiddelwetgeving met mogelijkheden die tot dusver in Nederland ontbraken. Voor enkele kruidenpreparaten van farmaceutische kwaliteit en bewezen effectiviteit komt mogelijk een reguliere geneesmiddelregistratie.

Voor veel kruidenpreparaten die al jarenlang voor zelfzorg en in de complementaire zorg gebruikt worden zal de richtlijn traditionele kruidengeneesmiddelen, net als nu de CTF toetsing, kunnen zorgen voor de herkenbaarheid van een kwalitatief goed en veilig geneesmiddel, dat vaak kan bogen op een lange traditie. Omdat de middelen worden getoetst vóórdat ze op de markt komen betekent dit een betere garantie voor veiligheid voor de consument.

Registratie van kruidengeneesmiddelen is een kostbare zaak die niet voor alle kruidenproducten haalbaar is. Oude bekende huismiddeltjes als kamillethee, kaneel, zemelen en lijnzaad zullen (en wie zou dat ook anders willen?) in de warenwet blijven bestaan. Voor de hulpverleners die met Chinese of Indiase kruiden werken is een heel breed assortiment nodig, waarbij de omzet in elk afzonderlijk kruid zeer klein is. Daardoor is de geneesmiddelregistratie van vele van deze kruiden voorlopig nog niet haalbaar. Ook voor deze producten zal verkoop onder de warenwet voorlopig nog moeten blijven bestaan. 

Infrastructuur van onderwijs en onderzoek

Zoals in het Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie al vaak is opgemerkt, wordt in vergelijking tot de ons omringende landen in Nederland de fytotherapie tot nu toe veel te weinig serieus genomen. Er zijn geen door de Nederlandse overheid gefinancierde erkende opleidingen of examens. Omdat huisartsen, apothekers en andere reguliere zorgverleners in hun opleiding vrijwel niets horen over deze geneesmiddelen, hebben ze geen antwoord op de vele vragen van patiënten hierover. Geruchten over interacties en bijwerkingen leiden daardoor gemakkelijk tot irrationele afwijzing van kruidengeneesmiddelen, hetgeen niet in het belang is van de patiënt (die dan toch stiekem verder gebruikt).
Er is in Nederland nauwelijks klinisch onderzoek met fytotherapeutica verricht. Dit komt doordat de geldstromen in deze sector minimaal zijn in vergelijking tot de geldstromen in de chemisch farmaceutische industrie. De oorzaak van die relatieve armoede ligt in het ontbreken van patenten en ziekenfondsvergoeding. Fundamenteel onderzoek, zoals wordt verricht op diverse universitaire farmacognosie-afdelingen is bijna geheel verdwenen en staat nog steeds onder zware druk. De NVF roept de Nederlandse overheid op om de ontwikkeling van een adequate infrastructuur op dit terrein te stimuleren. De NVF zal als wetenschappelijke vereniging blijven werken aan bevordering en verspreiding van wetenschappelijke kennis over deze producten. 

Geen loze claims

Het is  zowel wetenschappelijk als maatschappelijk niet te verdedigen dat een aantal warenwetproducten, waaronder diverse kruiden die in een farmaceutische verpakking worden geleverd, nog steeds loze gezondheidsclaims voert. Claims die bij de consument de indruk wekken dat het hier om wondermiddelen gaat die overal, zowel bij gezondheid als ziekte, onbeperkt van nut zijn. De vrees is nu dat de consument zich door deze misleidende voorlichting toenemend zal afkeren van officieel wetenschappelijk onderbouwde en geregistreerde producten omdat hem de meerwaarde van de nieuwe EU regelgeving ontgaat. Weliswaar eist de overheid in het warenwetbesluit kruidenpreparaten een onderbouwing van gezondheidsclaims. Maar de wetenschappelijke toetsing van kruidenpreparaten wordt in Nederland ernstig belemmerd. Zo werd onlangs de bescheiden jaarlijkse VWS-subsidie voor de Commissie Toetsing Fytotherapeutica (CTF) ingetrokken. Toetsing van gezondheidsclaims vindt nu plaats door de Voedsel en Waren Autoriteit (voorheen Keuringsdienst van Waren), die weinig expertise heeft op dit gebied en veel overlaat aan de KAG (Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten). Deze instantie kijkt alleen juridisch naar de woordkeus. Daarnaast komen de laatste tijd aan de voedingssector gerelateerde instanties in beeld (voedingscentrum, zuivelinstituut) die geen van allen beschikken over de benodigde expertise.

De NVF ziet liever een objectieve wetenschappelijke toetsing van dergelijke claims vooraf door de CTF (of een vergelijkbaar capabel orgaan, zoals bvb de Gezondheidsraad) als voorwaarde voor de claim. Anders zal de consument de meerwaarde van de nieuwe EU regelgeving ontgaan. De kruidengeneesmiddelen van farmaceutische kwaliteit krijgen dan valse concurrentie door de veel mooier klinkende, maar niet onderbouwde, claims van de kruiden in de warenwet. Die kant moeten we niet op. De EU en de Gezondheidsraad willen terecht af van deze loze claims. 

Achtergrondinformatie:

 

Zie voor het standpunt van de Gezondheidsraad over claims: www.gr.nl ; advies 2003/09 10 juni 2003.


Berichten voorjaar en zomer 2003 ..................................... 


Canadese conferentie over interacties

Vorig jaar heeft het Natural Health Product Directorate (Health Products and Food Branch, Health Canada) een conferentie georganiseerd over de interacties tussen geneesmiddelen en  natuurproducten. De conferentie had een verkennend karakter.


Australië en regelgeving plantaardige geneesmiddelen

De Australische Therapeutic Goods Administration (TGA) heeft als achtergrondtekst voor de monografieën van plantaardige geneesmiddelen onder meer de ESCOP-, WHO- en de Expanded Commission E monografieën (uitgegeven door de American Botanical Council) aangewezen. Bron: Herbalgram.


Kruidengeneesmiddelen betreden de 21ste eeuw

Uit een nieuwsbericht van CBS-health (www.cbsnews.com ), 11 maart 2003: China, Hongkong en Taiwan zijn begonnen met een veertigtal klinische studies die de basis moeten vormen voor registratie van gecontroleerde en gestandaardiseerde kruidenpreparaten in de Westerse wereld, met name in de VS. Traditionele receptuur werd eerst bij ratten uitgeprobeerd en de meest belovende toepassingen worden nu klinisch getoetst. Enkele jaren geleden zijn er in de VS problemen geweest met Chinese kruiden, er was vervuiling met reguliere geneesmiddelen en zware metalen geconstateerd en onjuiste ingrediëntenverklaringen waren bijgevoegd. Een aantal fytofarmaceutische firma’s in China heeft echter de handschoen opgenomen en Good Manufacturing Practice geïmplementeerd.


Chinese fytotherapeutica gewild als gevolg van SARS

Verschillende kranten berichtten dit voorjaar dat in Hongkong en China schaarste aan geneeskruiden is ontstaan omdat de bevolking ze massaal inkoopt in een poging dreigende besmetting met SARS af te wenden. Ziekenhuizen in Hong Kong kregen voor het eerst sinds 50 jaar toestemming om traditionele Chinese geneesmiddelen toe te passen bij SARS (ANP, 21 april 2003). In de volgende NTvF editie zal hier meer inhoudelijk aandacht aan worden geschonken.


Biologische groenten en fruit gezonder dankzij fenolen

Op de website van het Engelse Institute of Science in Society (www.i-sis.org.uk/oahfc.php) stond op 27 maart 2003 een bericht van prof. Cummins. Verschillende flavonoïden worden in planten aangemaakt ter bescherming tegen insectenvraat, foto-oxidatie en infecties door bacteriën en schimmels. Van een groot aantal van deze verbindingen is ook vastgesteld dat ze gunstig werken in verband met de preventie van hart- en vaatziekten, kanker en neurologische ouderdomsziektes. Daarnaast zijn enkele van deze verbindingen toxisch. In de gangbare landbouw wordt ten gevolge van het gebruik van kunstmest, pesticiden en irrigatie de productie van flavonoïden geremd. Recent onderzoek dat biologische en gangbare bessen- en maisteelt vergeleek, liet dit zien. Ook lieten proeven zien dat dieren de biologisch geteelde producten verkozen boven gangbaar geteelde. Prof. Cummins vindt dat deze lijn van onderzoek verder gevolgd moet worden omdat deze gegevens genegeerd worden door de voorstanders van met genetisch gemanipuleerde organismen gemaakte novel foods.  


Controle voedings- en geneesmiddelen onder één dak

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stelt in haar rapport (Beslissen over  biotechnologie, 18 februari 2003) dat de grenzen tussen voedings- en geneesmiddelen vervagen, zodat zij pleit voor één controlerende instantie. Bovendien zou de huidige controlerende instantie, de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA), niet onafhankelijk genoeg zijn en teveel tegen de politiek aanleunen met ex-ambtenaren (Volksgezondheid, Welzijn en Sport en LNV) in het management. “Je loopt het risico dat beslissingen van de VWA worden beïnvloed door kortetermijn politieke belangen” aldus prof. dr M. van Dam-Mieras, voorzitter van de projectgroep van de WRR die het betreffende rapport schreef. Vanuit de VWA werd geprikkeld gereageerd op het rapport. Bron: NRC 19 februari 2003.  


Nieuwe cursus ‘Inleiding in de fytotherapie’

De firma Bional heeft een nieuwe cursus ontwikkeld, ‘Inleiding in de fytotherapie’, die door de Stichting Drogistenfederatie Pharmacon (onderdeel van Centraal Bureau Drogisterijbedrijven) geaccrediteerd is voor de cursusjaren 2003 en 2004. Dit betekent dat de drogist en de assistent-drogist twee punten krijgen als ze deze cursus volgen (de totale drogisterij-opleiding bestaat uit 60 punten, de assistentenopleiding uit 35 punten). De cursusdeelnemers worden voorgelicht over de mogelijke toepassingen van geneeskrachtige planten en de rol die de belangrijkste inhoudsstoffen daarbij spelen. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan het onderscheid tussen fytotherapie en homeopathie. In de praktijk blijkt dat veel klanten hierover vragen hebben. Verder wordt in deze cursus ingegaan op de rol van fytotherapie in verleden, heden en toekomst. Ook aan apothekersassistentes wordt deze cursus gegeven, in de Randstad in onder andere Den Haag en Rotterdam en ook in de provincies Groningen, Friesland en Drente zijn cursussen gepland voor september en oktober 2003. Het totale aantal door Pharmacon geaccrediteerde fytotherapiecursussen bedraagt op dit moment twee (cursus van Bional en cursus van Biohorma).
 


Fytotherapiecursussen op MBO-niveau

Kruidencentrum ‘de Sprenk’ in Gemert heeft voor haar opleiding tot herborist een convenant gesloten met AOC Helicon Opleidingen te Helmond, waardoor de driejarige part-time opleiding een officiële MBO-status (BOL, niveau 2) heeft gekregen, die wordt erkend door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) als onderdeel van de sector voedingstechnologie 2. De opleiding kan worden gevolgd door belangstellenden uit de wereld van (reform)handel, (biologische) teelt en industrie, maar ook door overige geïnteresseerden. 

Meer informatie www.desprenk.nl (of www.herborist.nl).  


Najaarssymposium NVF

De volgende NVF-bijeenkomst vindt plaats op zaterdag 25 oktober in Slot Zeist en zal als thema “Traditionele en moderne Fytotherapie” hebben. Sprekers vanuit verschillende traditionele en moderne therapierichtingen zullen toelichten hoe de relatie is tussen hun specialisme en de moderne wetenschappelijke benadering van de fytotherapie. De firma Bional heeft de NVF voor deze dag een sponsorbijdrage toegezegd.

 


18-6-2003

Accreditatie congres ‘’Gezondheidsbevorderende voedingsmiddelen’’ (NVF/NVGO)

Het tweede gezamenlijke congres van NVF en NVGO op 23 mei 2003 werd bezocht door ongeveer 150 deelnemers  en kan zeer succesvol genoemd worden. De discussie was levendig, mede doordat sprekers verschillende posities innamen ten opzichte van een aantal toxische aspecten van het gebruik van kruiden. Enkele natuurartsen spraken grote bezorgdheid uit over de gevolgen van de huidige ontwikkelingen in de regelgeving voor hun beroepsuitoefening. Accreditatie voor de verplichte nascholing werd verleend door KNMP, ABNG en NWP. Bij de NAAV is accreditatie in aanvraag. De deelnemerslijst is naar de secretariaten van de betreffende verenigingen gestuurd. U ontvangt alleen op aanvraag een individueel certificaat. De lezingen zullen integraal gepubliceerd worden in “Foliola”, het verenigingsorgaan van de NVGO, dat naar alle waarschijnlijkheid eind van dit jaar verschijnt.

 


Nieuwsberichten April 2003:


Accreditatie symposium hart- en vaatziekten

Het NVF-najaarssymposium 2002 werd door de meer dan 100 deelnemers  inhoudelijk bijzonder goed gewaardeerd; de waardering lag zelfs hoger dan bij de andere recent gehouden NVF-bijeenkomsten. Accreditatie voor de verplichte nascholing werd verleend door KNMP, LHV, NVVC/CVOI, ABNG, NAAV en NWP. De deelnemerslijst is naar de secretariaten van de betreffende verenigingen gestuurd. U ontvangt alleen op aanvraag een individueel certificaat. Een kort verslag verschijnt in één van de volgende edities van het NTvF.


E/S/C/O/P symposium: verslag

Op de website van E/S/C/O/P www.escop.com (in het gedeelte over The European Phytojournal) is het merendeel van de lezingen gepubliceerd die werden gegeven op het 6e internationale E/S/C/O/P symposium in Bonn op 10-11 mei 2001. Dit betreft onder meer de lezingen over interacties door dr B. Uehleke en dr E.M. Williamson, over de rapportage van bijwerkingen door dr D. Corrigan en die over effectiviteit door prof. K. Überla, dr K. Kraft en dr A. van der Kuy.


PW special over Cannabis

De special van het Pharmaceutisch Weekblad van 7 februari 2003 ging over Cannabis sativa. In zeven artikelen worden onder meer de geschiedenis van Cannabis als geneesmiddel, de wettelijke regelingen hieromtrent, aspecten van productie, variëteiten en inhoudsstoffen belicht. Dit nummer kan eventueel nabesteld worden bij de KNMP, e-mail: leden@knmp.nl of  tel. 070-3737141


Boswellia serrata extract toegelaten als weesgeneesmiddel

Op 21 oktober 2002 heeft de Europese Commissie het Boswellia-extract van een Duitse producent als weesgeneesmiddel toegelaten voor de behandeling van peritumoraal oedeem bij hersentumoren. Deze aandoening kent in de EU ongeveer 55.000 patiënten. De standaardmedicatie die momenteel wordt gegeven bestaat uit glucocorticoiden, die echter op de lange termijn ernstige bijwerkingen met zich meebrengen. Van Boswellia-extract is bekend dat het remmend werkt op de productie van leukotriënen, de lichaamseigen stoffen die veel bijdragen aan de oedeemvorming. Verwacht wordt dat Boswellia-extracten beter zullen worden verdragen. Er wordt momenteel klinisch onderzoek mee gedaan

Bron: www.emea.eu.int


Arnica: homeopathie of fytotherapie?

Het NVF-bureau ontving een vraag naar aanleiding van de mededeling op TV (door Paul Witteman) dat arnica onwerkzaam was gebleken bij blauwe plekken. Klaarblijkelijk werd gerefereerd aan een recent onderzoek in het ziekenhuis in Exeter (UK) (JRSM 2003;96:60-65), besproken in het British Medical Journal (BMJ) van 8 februari 2003. Hierbij werden Arnica C6 en Arnica C30 (homeopathische bereidingen) inwendig 3 x daags toegepast vanaf een week vóór tot twee weken ná een chirurgische ingreep. Vergeleken met placebo waren er geen significante verschillen tussen de behandelingen zichtbaar. Op de website van het BMJ brak direct een heftige discussie uit over de gekozen onderzoeksopzet, waarbij waarschijnlijk geen homeopaten betrokken waren (zie www.bmj.com). Voor de fytotherapeutische toepassing van arnica in de bekende zalven is dit onderzoek echter niet relevant. Met deze toepassing bestaat veel klinische positieve ervaring die door enkele klinische en farmacologische studies ondersteund wordt. De positieve Commissie E monografie betreft alleen uitwendig gebruik


Antroposofische fytotherapie bedreigd

In de antroposofische praktijk schrijven huisartsen vaker dan in de reguliere praktijk fytotherapeutica voor. Veelal betreft het speciale bereidingen die op aanwijzing van de grondlegger van de antroposofie, Rudolf Steiner, in gebruik zijn genomen. Een aantal hiervan kan door hun aard (toediening als ampul, of gedeeltelijk bestaand uit sterk werkzame planten) niet meer verhandeld worden in het kader van de warenwet. Voorbeelden zijn  Iscador (maretak), Cardiodoron (met onder ander Bilzekruid), Hepatodoron (Fragaria met Vitis), Gencydo (Citrus met Cydonia) en Digestodoron (Filices met Salices). De fabrikanten gaan uit van een toekomstige registratie als traditioneel geneesmiddel volgens EU richtlijnen. Dat is in Nederland nu nog niet mogelijk. Voor de tussenliggende periode is door de Tweede Kamer, met alleen de SP tegen, op 5 december 2002 aan minister de Geus gevraagd een overgangsregeling te treffen. Minister de Geus heeft op 31 januari 2003 aangegeven hier geen mogelijkheid toe te zien, nadat hij eerder (20 december 2002) berichtte dat het niet nodig was. De Inspectie heeft echter wel de opdracht gekregen om op te treden tegen de betreffende middelen, aldus de Federatie Antroposofische Gezondheidszorg (FAG) in een persbericht van 13 februari 2003. Meer informatie is op www.antroposofica.nl  te vinden.


Novel food wet houdt natuurproducten tegen

Een aantal jaren geleden werd op Europees niveau besloten dat de ontwikkelingen rond genetisch gemodificeerde organismen, nieuwe technologische procédés en toevoegingen van bio-actieve stoffen in de voeding vroegen om speciale maatregelen ter bescherming van de gezondheid van de consument. In de daartoe opgestelde “novel food” verordening zijn in een later stadium tevens “exotische voedingsmiddelen” opgenomen. Dit heeft tot gevolg dat het in Europa verkopen van voedingsmiddelen (ook voedingssupplementen en kruiden) uit andere werelddelen een stuk duurder wordt, en in een aantal gevallen onmogelijk. Er dient namelijk een zeer uitgebreid veiligheidsdossier te worden overlegd, met onder meer resultaten van 90- daagse dierproeven, consumptiepatroonverwachting, mutageniteit en dergelijke. Alhoewel in de regeling staat dat een uitzondering wordt gemaakt voor voedingsmiddelen en ingrediënten die volgens traditionele vermeerderings- of teeltmethodes zijn verkregen en die sinds lang veilig voor voedingsdoeleinden worden gebruikt, bestond de eerste rapportage op 7 oktober uit diverse toegelaten producten (zoals fosfolipiden uit eierdooier, vetten met fytosterolesters, gecoaguleerd aardappeleiwit), dossiers in behandeling (herbicidetolerante suikerbiet, maïs, enzovoorts) en twee niet toegelaten producten, tevens de enige twee natuurproducten op deze lijst: Stevia rebaudiana Bertoni (honingplantje) en Canarium indicum L. (Nangainoten).

Bron: Veiligheidsbeoordeling van nieuwe voedingsmiddelen (rapport op www.gr.nl ) en http://europa.eu.int/comm 


Is rode rijst gevaarlijk?

Het Duitse Bundesinstitut für Arzneimittel und Medizinprodukte (BfArM) in Bonn waarschuwt in haar persbericht van 4 december 2002 tegen het gebruik van rode rijstproducten (rijst gefermenteerd met de zwam Monascus purpureus). Via internet wordt dit product in poedervorm te koop aangeboden als voedingssupplement met cholesterolverlagende werking. Behalve rode kleurstoffen maakt de schimmel ook diverse farmacologisch werkzame stoffen aan zoals Monacolinen. Eén daarvan, Monacolin-K, is identiek aan het gepatenteerde Lovastatin (één van de momenteel veel voorgeschreven cholesterolsyntheseremmers).  Zodra een fabrikant straks een gepatenteerde ui- of knoflookverbinding op de markt brengt kunnen wij misschien ook een waarschuwing van de BfArM tegen deze groenten verwachten?

Meer details op www.bfarm.de


Medicinal Aromatic Plants Section (MAPS) verbreedt doelstelling

De voorzitter van de MAPS (onderdeel van de Board of Pharmacy Practice (BPP) van de FIP), prof. dr. G. Kavali, opent de nieuwsbrief van november 2002 met de constatering dat dank zij de toegenomen populariteit van fytotherapeutica de laatste jaren het aantal internationale wetenschappelijke verenigingen op dit terrein sterk gegroeid is. Hij vraagt zich dan ook af of een heroriëntering op de positie van de MAPS-FIP dient plaats te vinden. Op de bijeenkomst in Nice (31.8-5.9 2002) werd voorgesteld deze sectie te vervolgen als de Complementary and Alternative Medicines Section van de BPP. De twee begeleidende symposia waren getiteld: “Standardisation techniques for herbal medicines” en “Regulatory aspects of phytopharmaceuticals”. Op de laatstgenoemde bijeenkomst spraken onder meer  Barbara Steinhoff (D), Linda Anderson (UK) en Lana Dvorkin (USA). De volgende FIP bijeenkomst, 7-11 sept 2003, vindt in Australië plaats en de MAPS zal de thema’s: interacties tussen kruiden en geneesmiddelen en Australische medicinale planten aan de orde stellen.

Bron: MAPS-FIP newsletter november 2002.


Fytotherapeuten binnenkort erkende voorschrijvers in Ierland

De Ierse regering werkt aan een wet die, in navolging van een reeds langer bestaande vergelijkbare Britse regeling, toestaat dat fytotherapeuten een aantal kruiden kunnen voorschrijven die in Ierland uit de warenwet verbannen zijn. Dit maakt een einde aan de vervelende situatie die ontstond toen enkele belangrijke kruiden zoals Hypericum in Ierland uit de vrije verkoop gehaald werden.

Bron: EHPA briefing 27.01.03.

 

 

 

 

 


Publieksinformatie
over
kruidengenees-
middelen:


NTvF


JAAR
verslag


 

 

 

 

Externe links worden in een nieuw venster geopend.

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen  
                    over deze website verzenden aan webmaster@fyto.nl.
                    Copyright © 2014 NVF   Laatst bijgewerkt: 18-02-2014