persberichten:
Kort samengevat:
* De NVF waardeert
de serieuze aandacht die de EU geeft aan plantaardige geneesmiddelen.
* In Nederland
moet nog veel gebeuren aan de infrastructuur om de fytotherapie optimaal toe te
kunnen passen.
* Aan loze beweringen over wondermiddelen heeft niemand iets.
Context: Op 31 maart 2004 is door de EU publicatie ''Directive
2004/24/EC of the European Parliament and of the council amending, as regards
traditional herbal medicinal products, directive 2001/83/EC on the community
code relating to medicinal products for human use" de Europese Richtlijn voor Traditionele
Kruidengeneesmiddelen een feit geworden. De (aangepaste)
richtlijn voorziet in de registratie van kruidengeneesmiddelen van
farmaceutische kwaliteit waarvoor beperkte wetenschappelijke onderbouwing is.
Een Europese commissie zal plantenmonografieën opstellen waarnaar de fabrikant
kan verwijzen voor de onderbouwing van de kruidengeneesmiddelen. Vorig jaar
werd ook in de ‘’gewone’’ geneesmiddelrichtlijn de registratiemogelijkheid voor
plantaardige geneesmiddelen verbeterd (richtlijn 2003/63/EG).
Geregistreerde kruidengeneesmiddelen
De NVF is verheugd
met de aandacht die fytotherapeutica krijgen in de nieuwe Europese
geneesmiddelwetgeving met mogelijkheden die tot dusver in Nederland
ontbraken. Voor enkele kruidenpreparaten van farmaceutische kwaliteit en bewezen
effectiviteit komt mogelijk een reguliere geneesmiddelregistratie.
Voor veel
kruidenpreparaten die al jarenlang voor zelfzorg en in de complementaire zorg
gebruikt worden zal de richtlijn traditionele kruidengeneesmiddelen, net als nu
de CTF toetsing, kunnen zorgen voor de herkenbaarheid van een kwalitatief goed
en veilig geneesmiddel, dat vaak kan bogen op een lange traditie. Omdat de
middelen worden getoetst vóórdat ze op de markt komen betekent dit een betere
garantie voor veiligheid voor de consument.
Registratie van
kruidengeneesmiddelen is een kostbare zaak die niet voor alle kruidenproducten
haalbaar is. Oude bekende huismiddeltjes als kamillethee, kaneel, zemelen en
lijnzaad zullen (en wie zou dat ook anders willen?) in de warenwet blijven
bestaan. Voor de hulpverleners die met Chinese of Indiase kruiden werken is een
heel breed assortiment nodig, waarbij de omzet in elk afzonderlijk kruid zeer
klein is. Daardoor is de geneesmiddelregistratie van vele van deze kruiden
voorlopig nog niet haalbaar. Ook voor deze producten zal verkoop onder de
warenwet voorlopig nog moeten blijven bestaan.
Infrastructuur van onderwijs en onderzoek
Zoals in het
Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie al vaak is opgemerkt, wordt in
vergelijking tot de ons omringende landen in Nederland de fytotherapie tot nu
toe veel te weinig serieus genomen. Er zijn geen door de Nederlandse overheid
gefinancierde erkende opleidingen of examens. Omdat huisartsen, apothekers en
andere reguliere zorgverleners in hun opleiding vrijwel niets horen over deze
geneesmiddelen, hebben ze geen antwoord op de vele vragen van patiënten
hierover. Geruchten over interacties en bijwerkingen leiden daardoor gemakkelijk
tot irrationele afwijzing van kruidengeneesmiddelen, hetgeen niet in het belang
is van de patiënt (die dan toch stiekem verder gebruikt).
Er is in Nederland nauwelijks klinisch onderzoek met fytotherapeutica verricht.
Dit komt doordat de geldstromen in deze sector minimaal zijn in vergelijking tot
de geldstromen in de chemisch farmaceutische industrie. De oorzaak van die
relatieve armoede ligt in het ontbreken van patenten en ziekenfondsvergoeding.
Fundamenteel onderzoek, zoals wordt verricht op diverse universitaire
farmacognosie-afdelingen is bijna geheel verdwenen en staat nog steeds onder
zware druk. De NVF roept de Nederlandse overheid op om de ontwikkeling van een
adequate infrastructuur op dit terrein te stimuleren. De NVF zal als
wetenschappelijke vereniging blijven werken aan bevordering en verspreiding van
wetenschappelijke kennis over deze producten.
Geen loze claims
Het is zowel
wetenschappelijk als maatschappelijk niet te verdedigen dat een aantal
warenwetproducten, waaronder diverse kruiden die in een farmaceutische
verpakking worden geleverd, nog steeds loze gezondheidsclaims voert. Claims die
bij de consument de indruk wekken dat het hier om wondermiddelen gaat die
overal, zowel bij gezondheid als ziekte, onbeperkt van nut zijn. De vrees is nu
dat de consument zich door deze misleidende voorlichting toenemend zal afkeren
van officieel
wetenschappelijk onderbouwde en geregistreerde producten omdat hem de meerwaarde
van de nieuwe EU regelgeving ontgaat. Weliswaar eist de overheid in het
warenwetbesluit kruidenpreparaten een onderbouwing van gezondheidsclaims. Maar
de wetenschappelijke toetsing van kruidenpreparaten wordt in Nederland ernstig
belemmerd. Zo werd onlangs de bescheiden jaarlijkse VWS-subsidie voor de
Commissie Toetsing Fytotherapeutica (CTF) ingetrokken. Toetsing van
gezondheidsclaims vindt nu plaats door de Voedsel en Waren Autoriteit (voorheen
Keuringsdienst van Waren), die weinig expertise heeft op dit gebied en veel
overlaat aan de KAG (Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten). Deze
instantie kijkt alleen juridisch naar de woordkeus. Daarnaast komen de laatste
tijd aan de voedingssector gerelateerde instanties in beeld (voedingscentrum,
zuivelinstituut) die geen van allen beschikken over de benodigde expertise.
De NVF ziet liever
een objectieve wetenschappelijke toetsing van dergelijke claims vooraf door de
CTF (of een vergelijkbaar capabel orgaan, zoals bvb de Gezondheidsraad) als
voorwaarde voor de claim. Anders zal de consument de meerwaarde van de nieuwe EU
regelgeving ontgaan. De kruidengeneesmiddelen van farmaceutische kwaliteit
krijgen dan valse concurrentie door de veel mooier klinkende, maar niet
onderbouwde, claims van de kruiden in de warenwet. Die kant moeten we niet op.
De EU en de Gezondheidsraad willen terecht af van deze loze claims.
Achtergrondinformatie:
De
link naar
richtlijn 2003/63 bijlage bij 2001/83 EG: Z.O.
publicatieblad, dd 27 juni 2003, L 159 pag 46.
Zie voor
informatie over de CTF toetsing
http://www.fyto.nl/ctf.htm en over de KAG keuring
www.koagkag.nl .
Zie voor het
standpunt van de Gezondheidsraad over claims:
www.gr.nl ; advies 2003/09 10 juni 2003.
|