Over de NVF Archief Nieuws Agenda Dier en Kruid Symposia Tijdschrift Vereniging Contact  

 

HOME

Omhoog

 

Kort nieuws    (december 2000)
Cannabis sativa; Allium (knoflook); Camellia (thee); fyto-oestrogenen.
Kort nieuws    (oktober 2000) 
Giften NVF belastingaftrekbaar; Hypericum in het NTG; Fytotherapeuticum bij IBS.
Kort nieuws    (augustus 2000) 
Serenoa (sabal), Urtica (brandnetel), Psyllium (vlozaad), Echinacea (zonnehoed), hypericine.
Kort nieuws    (april 2000)
Onderafdeling Chinese Fytotherapie; Universitaire bv voor fytotherapeutica.


Kort nieuws (december 2000)  

Cannabis sativa : Minister Borst heeft het BMC (Bureau voor Medicinale Cannabis) per 01.01.01 aangewezen als verantwoordelijke voor de teelt van medicinale cannabis, het onderzoek naar de medicinale werking, en het verlenen van de vergunningen hiervoor (bron: persbericht ministerie VWS 14.12.00). NVF-voorzitter en CTF-lid drs J.H. van Meer is lid van de begeleidingscommissie van het BMC.  

Allium sativum en de maag : De groei van Helicobacter pylori wordt geremd door omeprazol (secretieremmer) en dit wordt versterkt door knoflook. Het synergisme is krachtiger dan de som van elk van de twee middelen afzonderlijk en treedt niet op bij combinatie van knoflook met enkele antibiotica, aldus Maastrichtse wetenschappers (Scrip 1999; (2451):26). Zowel het eten van rauwe als van gekookte knoflook biedt bescherming tegen de ontwikkeling van maag- en darmkanker (Lancet 2000;356:1249).  

Camellia sinensis : Zwarte thee verlaagt, volgens een grootschalig Nederlands epidemiologisch onderzoek, wellicht het risico op ernstige atherosclerose. Eén of twee kopjes per dag (zonder melk) bleek het risico 46%; vier of meer kopjes per dag zelfs 69% te verminderen. Echter op het ontstaan van mildere vormen van atherosclerose kon geen effect worden vastgesteld. (Geleijnse J.M. et al., Arch.of Internal Med.1999, 159:2170-2171).      

Fyto-oestrogenen in Australië: Het Medical Journal of Australia bespreekt in haar editie van 6 november 2000 (vol 173, p.97-) een aantal studies met geconcentreerde isoflavonen-extracten en een vergelijkende studie tussen  suppletie met soja-meel en tarwe-meel die geen (significant) positief effect lieten zien op met name opvliegers. Daarom wordt het gebruik van dergelijke supplementen afgeraden. Met name dient men attent te zijn op mogelijke  interacties met tamoxifen. Daarentegen wordt het eten van voedingsmiddelen die rijk zijn aan fyto-oestrogenen, zoals groenten, granen en peulvruchten wel aanbevolen omdat deze tevens rijke bronnen van vezels, vitaminen en mineralen zijn.  


Kort nieuws (october 2000)  

Giften aan NVF belastingaftrekbaar: De NVF heeft bij de belastingdienst een aanvraag gedaan, welke is toegekend, om te worden aangemerkt als instelling zoals bedoeld in artikel 24, lid 4 van de Successiewet 1956. Dit betekent dat schenkingen aan de NVF vallen onder de belastingregeling voor giften aan ideële instellingen. De NVF is verplicht aangifte te doen van schenkingen die meer bedragen dan het vrijstellingsbedrag (ongeveer 3800 Euro per 24 maanden).  

Hypericum in het NTvG: In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (16 sept 2000:144 (38), pag. 1820-1825) verscheen een goed gedocumenteerd artikel van dr P.F.J. Schulte, psychiater, over het gebruik van Sint-Janskruid als antidepressivum. Behalve een samenvatting van de (buitenlandse) klinische studies die er gedaan zijn, geeft de auteur hierin tevens een overzicht van samenstelling en prijs van  in Nederland verkrijgbare Hypericumpreparaten.      

Fytotherapeuticum bij Irritable Bowel Syndrome (IBS) getoetstHet tijdschrift Gastroenterology, april 2000 (vol. 118, no.4, suppl. 2) maakt melding van een dubbelblinde gerandomiseerde placebogecontroleerde multicenter studie (gepresenteerd in een poster op de jaarvergadering van de Amerikaanse Gastroenterologische Vereniging) met een fytotherapeuticum. De toediening van het fytotherapeuticum aan 51 patiënten met IBS leidde ten opzichte van placebo-toediening (aan 52 patiënten) tot een zeer significante daling van abdominale pijn, gemeten met een visueel analoge schaal. Het fytotherapeuticum bestond uit   Angelicae radix, Matricariae flos, Carvi fructus, Cardui mariae fructus, Melissae folium, Mentha piperitae folium, Chelidonii herba en Liquiritiae radix.  


Kort nieuws (augustus 2000)

Onderzoeksresultaten Sabal:  De eerste Amerikaanse gerandomiseerde studie met o.a. Serenoa repens (sabal, zaagpalm) liet een gunstig effect zien van het gebruikte extract bij BPH. Niet alleen de symptomen, maar ook de vergroting zelf nam af. De studie werd uitgevoerd bij 44 mannen. De behandeling bestond uit de toediening gedurende 6 maanden van per dag 320 mg sabalvrucht- en brandnetelwortel extract (of een placebo- extract). Parameter was o.a. de IPSS score, die echter in de placebogroep vrijwel evenzeer daalde als in de verumgroep. De objectieve parameters (urineersnelheid, en -residu, prostaatvolume) verbeterden in de verum groep wel significant, alhoewel niet heel drastisch. Er werden geen effecten op de hormoonspiegel gevonden, hieruit blijkt dat er niet-hormonale factoren werkzaam zijn in dit preparaat. Ook de PSA niveau's veranderden niet. (Overmyer.M. Urology Times, 1999;27(6)).      

Brandnetel: Nog meer berichten over de brandnetel (Urtica dioica): brandnetelblad vergroot de effecitviteit van NSAID (anti-inflammatoire pijnstillers), zodat de dosis hiervan omlaag kan bij gelijktijdig gebruik. Dit werd vastgesteld bij een open, gerandomiseerde studie bij 40 patiënten met acute arthritis, gepubliceerd in Phytomedicine. De helft gebruikte 200 mg diclofenac (standaaddosis) en de andere helft 50 mg diclofenac samen met 50 mg geperst brandnetelblad. Beide recepten bleken een gelijkwaardige pijnstillende werking te hebben hetgeen zowel subjectief als objectief werd vastgesteld, dit laatste aan de hand van de hoeveelheid C-reactief eiwit in het bloed. Eerder onderzoek had aangetoond dat 75 mg diclofenac niet een voldoende pijnstillend effect heeft bij artritis.  

Vlozaad: Psylliumzaad, als mild laxans al eerste keus, blijkt nu ook een cholesterolverlagende werking te hebben bij gezonde mannen en vrouwen met een licht verhoogde bloedcholesterolwaarde. Dit stelden DL Sprecher et al. vast bij een onderzoek van 8 weken met 118 deelnemers, die 2 x daags 5,1 gram Psylliumzaad of placebo gebruikten.  Het totaal cholesterolgehalte daalde met 5,8%; het LDL met 7,2% in geval er vetrijk werd gegeten. Bij een vetarm dieet was het verschil respectievelijk 4,2 en 6,4%. Alhoewel de dalingen dus niet drastisch waren, waren ze wel statistisch significant en zeker verdere exploratie waard.      

ZonnehoedEen Duitse studie werpt een licht op een nieuw indicatiegebied voor Echinacea purpurea preparaten: de sportwereld. Berg et al. (J Clin Res 1998;1) gaven dagelijks 8 ml Echinacin(R) , 43 mg magnesium of een placebo aan 42 triatlon sporters gedurende de vier weken die voorafgingen aan de wedstrijd. Op vier tijdstippen, nl bij de aanvang van de studie, kort vóór de race, en op één en op 20 uur na de wedstrijd werd bloed afgenomen en op vele immunologische factoren getest. Er werden vele significante verschillen gevonden tussen de Echinacea-groep en de twee andere groepen, zoals betreffende het aantal NK cellen, T-lymfocyten en interleukine 2R en 6. De atleten zelf lieten echter het meest duidelijke resultaat zien, 3 van de 13 in de magnesiumgroep en 4 van de 14 in de placebogroep werden verkouden en hierdoor werden in totaal 37 trainingsdagen gemist. Hiertegenover stond geen enkele dag verzuim in de Echinacea groep.  

Hypericine: In de VS is een fase I studie (naar veiligheid en dosisafhankelijke bijwerkingen) uitgevoerd met 30 HIV-positieven met CD4 lager dan 350 cellen/mm3 . Doel was meer inzicht te krijgen in de gunstige effecten die St-Janskruid schijnt te hebben bij vermoeidheid bij AIDS-patiënten (het wordt daar in de VS veel voor gebruikt). De anti HIV activiteit van Hypericum perforatum (St-Janskruid) werd op basis van in vitro experimenten in het algemeen toegeschreven aan hypericine. In dit onderzoek werd gesynthetiseerde hypericine oraal en parentaal toegediend. De resultaten waren teleurstellend. Meer dan de helft van de deelnemers stopte voortijdig ten gevolge van ernstige bijwerkingen en bij zowat alle deelnemers traden milde tot zeer ernstige fototoxische verschijnselen op. Van de sterke antiretrovirale activiteit die hypericine in vitro heeft kon niets worden teruggevonden, maar het lukte dan ook niet om de gewenste bloedwaardes hiervoor te halen. (Gulick et al, Ann.Intern Med.1999;130(6)).  


Kort nieuws (april 2000)

Onderafdeling Chinese fytotherapie: Na de eerste serie van acht monografieën van planten die gebruikt worden in de Traditionele Chinese Geneeskunde, in 1996/1997 tot stand gebracht onder redactie van prof. H. Wagner (Munchen) en prof. R. Bauer (Dusseldorf) in nauwe samenwerking met prof. Xiao Peigen en prof. Chen Jianming (Beijing), is nu (1999) een tweede serie  van vijf stuks verkrijgbaar. Deze omvat Angelicae pubescentis radix (Duhuo), Atractylodis macrophelae rhizoma (Baizhu), Belamcandae sinensis rhizoma (Shegan), Lycopodi lucidi herba (Zelan) en Notopterygii rhizoma seu radix. Ze worden aangeduid als 'Drug Monographs and Analysis', maar ze vormen eerder een analyseleidraad. De analyses zien er fraai uit, zijn voor een onderzoekslaboratorium zeker bruikbaar en de uitgave oogt zeer goed. Uitgave (als periodiek): Verlag für Ganzheitliche Medizin Dr. Erich Wühr GmbH, Kötzting/Bayer.Wald. ISSN 1430-8290.

Universitaire b.v. voor fytotherapeuticatOnlangs is een nieuwe universitaire b.v. opgericht, PhytoGeniX genaamd. De initiatiefnemers zijn dr A.J.J. van den Berg en dr C.J. Beukelman, beiden afkomstig uit de sectie Farmacognosie van de Universiteit Utrecht, en drs L.P. Steinberg, medeoprichter van Mirai, met uitgebreide expertise ten aanzien van klinisch ondrzoek. PhytoGeniX is een R&D-organisatie op het terrein van fytotherapeutica. De diensten die PhytoGeniX aanbiedt, beslaan het gehele gebied, zoals analyse van producten en het vaststellen van biologische activiteit, maar ook het entameren van klinisch onderzoek en het vervaardigen van registratiedossiers. Momenteel bouwt PhytoGeniX aan een internationaal team van wetenschappers die hun wortels hebben in diverse systemen van traditionele geneeskunde (bijvoorbeeld TCM en Ayurveda). Door traditionele kennis te combineren met moderne wetenschap kan PhytoGeniX concepten leveren voor nieuwe fytotherapeutica. Het adres van PhytoGeniX is Postbus 80082, 3508 TB Utrecht, tel. 030-253535, fax 030-2536941, www.Phytogenix.uu.nl    

 

 

 

 

 


Publieksinformatie
over
kruidengenees-
middelen:


NTvF


JAAR
verslag


 

 

 

 

Externe links worden in een nieuw venster geopend.

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen  
                    over deze website verzenden aan webmaster@fyto.nl.
                    Copyright © 2014 NVF   Laatst bijgewerkt: 18-02-2014