Over de NVF Archief Nieuws Agenda Dier en Kruid Symposia Tijdschrift Vereniging Contact  

 

HOME

Omhoog

 

NVF nieuws en korte berichten:

Nederlands-Chinees congres over Chinese fytotherapie
Russisch congres Phytopharm naar Nederland
Geven wilde planten de oplossing van het raadsel rond het gezonde Mediterrane dieet?
Astragalus en chemotherapie voor longkanker: een meta-analyse
Twee soorten ipecacuanha bleken een vergissing

FMWV-nieuws: biomedische onderzoekers

Vlierbesextract en vogelgriepvirus
Natuurgeneeskunde transparant in leerboek

Raad voor Tibetaanse Geneeskunde opgericht

Denemarken verbiedt zaagpalm

Tanzaniaanse kruiden bij tandheelkunde Nijmegen



 Nederlands-Chinees congres over Chinese fytotherapie

Op 16 november 2006 wordt door Science Alliance in Den Haag onder de titel “Modernising Chinese Medicine” een internationaal congres georganiseerd onder voorzitterschap van professor dr J. van der Greef. Het samenwerkingsverband van de provincie Zuid-Holland, TCM Denmark en medisch centrum Haaglanden met het ZH-Shanghai Pudong Co-Innovation Program is bedoeld om discussie op gang te brengen over nieuwe (traditioneel Chinese) benaderingen van geneesmiddelen en gezondheidsbevordering tussen verschillende partijen die actief zijn of willen worden op het gebied van wetenschap en technologie in dit veld. Er worden lezingen gegeven door onder meer dr M. Wang (Leiden), professor H. Wagner (München) en door verschillende Chinese wetenschappers. NVF-leden krijgen € 10,- korting op de entreeprijs van € 125,-.

 


Russisch congres Phytopharm naar Nederland

Het internationale event Phytopharm werd tot voor kort jaarlijks in Rusland georganiseerd. Op 27, 28 en 29 juni 2007 zal de 11e editie van dit congres echter in Nederland plaatsvinden, op de universiteit Leiden. De NVF participeert in de organisatie van het congres, evenals Neprofarm, de West-Holland Foreign Investment agency en verschillende andere Nederlandse, Europese en Russische organisaties. Onderwerpen zijn onder meer: nieuwe ontwikkelingen in de technologie voor de toepassing van planten in cosmetica, natuurproducten, functionele voedingsmiddelen, geneesmiddelen en gezondheidsproducten; standaardisering, normering en analysemethoden voor fytotherapeutische bereidingen; systeembiologische bestudering van medicinale planten. Het congres wordt lokaal door professor R. Verpoorte en zijn staf (farmacognosie Leiden) gerealiseerd. Meer informatie is te krijgen bij deze vakgroep, postbus 9502, 2300 RA Leiden, tel. 0701-5274528; fax 071-5274511.

 


Geven wilde planten de oplossing van het raadsel rond het gezonde Mediterrane dieet?

Van 4-6 september 2006 vond in Manchester het jaarlijkse Britse Farmaceutische Congres plaats met als thema ''Personalised medicine in healthcare”. Op de eerste dag presenteerde een internationale onderzoeksgroep, onder leiding van professor Michael Heinrich van de opleiding Farmacie aan de Universiteit Londen, de resultaten van een studieproject dat keek naar de consumptie van wilde planten (groente en kruiden) door inwoners van Griekenland, Italië en Spanje. Daarbij werden door etnobotanisch onderzoek van respectievelijk 147, 84 en 173 ongecultiveerde soorten vastgesteld dat deze lokaal werden verzameld en gegeten. Tussen de verschillende landen was enige overlap in soorten, 18 soorten werden in alle drie de landen gebruikt, waaronder Papaver rhoeas L., Sonchus asper L., S. oleraceus L. en Silene vulgaris L. De onderzoekers onderzochten 127 planten met bioassays op anti-oxidanteigenschappen, enzymremmende werking en andere relevante eigenschappen voor de verouderingsprocessen in de hersenen of in het cardiovasculaire systeem. Papaver rhoeas L. en vooral Reichardia picroides L. kenmerkten zich door sterke anti-oxidanteigenschappen. Naast de reeds bekende invloed van groente, fruit, vis, knoflook en olijfolie verklaren bijdragen van wilde groenten aan het mediterrane dieet mogelijk een deel van de gezondheidswaarde ervan. De composietenfamilie (Asteraceae) is ruim vertegenwoordigd bij de gevonden soorten, op ruime afstand gevolgd door Rosaceae (wilde vruchten), Apiaceae (specerijen) en anderen.

De scheidslijn tussen voedings- en geneesmiddelen is in veel opzichten vaag. De betekenis van de culturele evolutie in voedingsgewoonten voor de menselijke gezondheid kan dan ook moeilijk worden overschat. Het paleolithisch dieet kende minder zuivel, geen graan of geraffineerde suikers en het bevatte in vergelijking met het huidige dieet meer dierlijk eiwit, vezels en ook veel meer secundaire plantenstoffen. De domesticatie van planten en dieren heeft de diversiteit in het menselijk dieet sterk teruggebracht, met name toen ongeveer 10.000 jaar geleden de granen (Poaceae) en peulvruchten (Fabaceae) belangrijke koolhydraat- en eiwitbronnen werden. Bladgroente ontstond uit het oogsten en later verder cultiveren van onkruid dat opkwam op de akkers, waarbij vooral de Brassicaceae-familie veel soorten leverde. Onkruid, groente en geneeskruiden vormen een continuüm waarbij ruderale planten en cultuurvolgers relatief sterk vertegenwoordigd zijn. Onkruidsoorten komen voor een heel groot deel uit zowel Poaceae als Asteraceae. De eerstgenoemde familie heeft weinig belang in de traditionele farmacopees, de tweede juist heel veel. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de afwezigheid van bioactieve secundaire plantenstoffen in de Poaceae, en de enorme diversiteit aan dergelijke stoffen binnen de Asteraceae.

De onderzoekers suggereren dat het door hen gevonden verzamelgedrag een restant is uit de overgangstijd naar het neolithicum, waarin een toename in het gebruik van diverse soorten onkruid als (wilde) groente optrad. Dit was noodzakelijk om de bioactieve secundaire plantenstoffen aan te vullen, die uit het menu verdwenen toen granen en peulvruchten de belangrijkste bulkvoedingsmiddelen werden. Dit onkruid, eigenlijk “functional foods-avant-la-lettre”, bestaat uit plantenfamilies met veel bioactieve stoffen, zoals Asteracea, Lamiaceae, Apiaceae, enzovoorts, die ook de hoofdrol spelen in de traditionele Europese farmacopee. Waarschijnlijk speelde bovengeschetst vermeerderd gebruik (en kennis) van planten een belangrijke rol bij het tot ontwikkeling komen van de neolithische farmacopees.

Bronnen: persbericht http://www.prnewswire.co.uk en Economic Botany 60(2), 2006, pp.130-142: Wild Gathered Food Plants in the European mediterranean: A Comparative Analysis. Door M. Leonti, S. Nebel, D. Rivera en M. Heinrich (www.econbot.org).omhoog


 

Astragalus en chemotherapie voor longkanker: een meta-analyse

Zo'n 75% van de longkankerpatiënten lijdt aan het niet-kleincellig carcinoom. De reguliere chemotherapeutische behandelingsmogelijkheden hiervoor zijn niet zo effectief en zeer toxisch. Zij vergroten de tweejaarsoverleving met 13%. Op platinum gebaseerde geneesmiddelen geven 62% tumorrespons en verhogen de 12-maandsoverleving met 5%, maar dit gaat ten koste van hematologische en nefrotoxiciteit en heftige nevenwerkingen. In verschillende publicaties wordt gesproken over gunstige additionele effecten van Chinese kruiden; dit zou de chemotherapie effectiever en minder toxisch maken. Vooral Astragalus membranaceus (Fisch.) Bunge (Fabaceae- familie) wordt hierbij vaak genoemd. Van Astragalus zijn verschillende immuunstimulerende eigenschappen vastgesteld, en in een klinische studie waarbij het simplex werd toegediend samen met platinum-chemotherapie verminderde het overlijdensrisico bij 12 en 24 maanden significant. In de klinische praktijk wordt echter het kruid altijd in een (eventueel patiëntspecifiek) recept met verschillende andere kruiden toegepast.

Van de 1305 gevonden publicaties werden 34 gerandomiseerde studies geschikt bevonden voor de meta-analyse (n = 2815). Hierbij werd de reguliere standaardbehandeling (platinum) vergeleken met dezelfde behandeling die werd aangevuld met verschillende Astragalus-recepten, die in het algemeen naast Astragalus nog een groot aantal andere kruiden bevatten. Ondanks de verschillen tussen de recepten waren in vrijwel alle gevallen de gemeten parameters gunstig voor de groep met suppletie. Twaalf studies rapporteerden een gereduceerd overlijdensrisico bij 12 maanden; 30 studies meldden een verbeterde tumorrespons. Aanvullend werden er subanalyses gemaakt rond enkele specifieke kruidenformules, die in meerdere onderzoeken een rol hadden gespeeld. De kruidenformule Jin Fu Kang reduceerde in twee studies (n = 221) het overlijdensrisico bij 24 maanden en liet in drie studies (n = 411) een betere tumorrespons zien. Vier studies (n = 257) met een Ai Di injectie lieten een gestabiliseerde of verbeterde Karnofsky test zien.

De onderzoekers concluderen dat de Chinese recepten met Astragalus mogelijk de effectiviteit van chemotherapie op platinumbasis vergroten. Maar deze resultaten zouden bevestigd moeten worden door strenger gecontroleerde studies, omdat de hier gebruikte studies, gepubliceerd in Chinese vakbladen, veelal een geringe kwaliteit hadden. Zo werd geen aandacht geschonken aan de wijze van randomisatie en werden geen gegevens verstrekt over uitval van patiënten tijdens de studie. De achterstand met betrekking tot de onderzoeksmethodiek die China heeft ten opzichte van het Westen lijkt echter momenteel snel kleiner te worden, zodat in de toekomst vergelijkbare analyses waarschijnlijk betrouwbaarder resultaten op gaan leveren.

Bron: Journal of Clinical Oncology, vol 24, no.3, 2006 pp. 419-430: Astragalus-Based Chinese Herbs and Platinum-Based Chemotherapy for Advanced Non-Small-Cell Lung Cancer: Meta-Analysis of Randomized Trials. Door M. McCulloch, C. see, X. Shu, M. Broffman, A. Kramer, W. Fan, J. Gao, W. Lieb, K. Shieh en J. M. Colford jr.

 


Twee soorten ipecacuanha bleken een vergissing

De biodiversiteit in de natuur is vaak groter, maar soms ook kleiner dan wordt gedacht. In de meeste farmacopees staan de wortels van Cephaelis ipecacuanha (Brot.) A. Rich (=Callicocca ipecacuanha Brot.) en Cephaelis acuminata H. Karst. vermeld als de bron van ipecacuanha, een braakmiddel en expectorans, gebruikt bij vergiftigingen. Echter, Cephaelis acuminata komt nergens voor in de botanische literatuur, behalve in connectie met de originele publicatie (in Deutsche Flora-Pharmaceutisch-medicinische Botanik, H. Karsten, 1883), waarin de beschrijving geheel past binnen de variatie van de veelvoorkomende plant Cephaelis ipecacuanha. Callicocca ipecacuanha werd ooit beschreven als een Braziliaanse soort, echter er heeft nooit een herbariumexemplaar van bestaan. Dit blijkt nu ook te gelden voor de Columbiaanse Cephaelis acuminata, die op basis van een nieuw exemplaar nu eveneens benoemd is als Carapichea ipecacuanha (Brot.)L. Dit laatste is de naam die aan de enige echte ipecacuanha leverende soort gegeven is na een recente revisie van de groep (door L. Andersson in 2002). De auteurs dringen erop aan dat wetenschappers in het belang van transparantie en farmacovigilantie ophouden met het verwarrende gebruik van de naam Cephaelis acuminata.

Bron: Taxon 54(4) november 2005 pp1080-1082: Lectotypification of Callicocca ipecacuanha Brot. and neotypification of Cephaelis acuminata H. Karst., with reference to the drug ipecac. Door H.J. de Boer en M. Thulin.


 

juni 2006

   
Vlierbesextract en vogelgriepvirus
Natuurgeneeskunde transparant in leerboek

Raad voor Tibetaanse Geneeskunde opgericht

Denemarken verbiedt zaagpalm

Tanzaniaanse kruiden bij tandheelkunde Nijmegen

   
   

Vlierbesextract en vogelgriepvirus

 

In januari dit jaar werd op een persconferentie in Londen het resultaat van een experiment gepresenteerd naar de in vitro-effectiviteit van een gestandaardiseerd en gepatenteerd extract van de vlierbes (Sambucus nigra L.), Sambucolâ, tegen het vogelgriepvirus NIBRG-14 (H5N1). De persconferentie ging vooraf aan de wetenschappelijke presentatie tijdens The International Conference on Bird Flu in het St. Bartholomew’s Hospital te Londen. De persconferentie werd gehouden door de fabrikant van Sambucol, Razei Bar Industries te Jeruzalem, in het statige gebouw van The Royal Society of Medicine te Londen. Het experiment werd uitgevoerd in de laboratoria van Retroscreen Virology, St. Bartholomew’s and The Royal London School of Medicine and Dentistry van de Universiteit van Londen. Retroscreen Virology is een toonaangevende onderzoeksinstelling gericht op de ontwikkeling van nieuwe antivirale middelen en vaccins.

Aan het experimentele onderzoek namen S. Balasingam, R. Lambkin en J.S. Oxford (Retroscreen Virology en Universiteit Londen) en M. Mumcuoglu en D. Safirman (Razei Bar Indstrustries) deel. Eerdere experimentele studies aan de Hebreeuwse Universiteit te Jeruzalem toonden een activiteit aan van Sambucol tegen vogelgriepvirusstammen. Activiteit tegen tien andere influenza-stammen, waaronder het humane influenza type A en type B, werden al meer dan tien jaar geleden in vitro aangetoond. Ook klinisch onderzoek bij een beperkt aantal patiënten liet een effect zien van het vlierbespreparaat. Het klinische effect bestond uit een aanzienlijk kortere ziekteduur met minder ernstige symptomen en de in-vitro-experimenten toonden een verminderde infectiviteit (verhindering van penetratie in de gastheercel door verhindering van haemagglutinatie) en verhindering van replicatie van diverse humane en dierlijke griepvirussen aan, waaronder een kalkoenenvirus (A/Tur/Ger 3/91). Een onderzoek bij gezonde mensen toonde een immuunstimulerende werking aan. De resultaten werden gepresenteerd door Dr Madeleine Mumcuoglu. Zij doet al jaren onderzoek naar het werkingsmechanisme van het vlierbesextract. Mumcuoglu is de ontwikkelaar van Sambucolâ en is oprichtster en president van Razei Bar Industries. Het onderzoek vertoonde een 99% activiteit tegen het H5N1-virus in een kweek van een hondencellijn die standaard toegepast wordt bij antiviraal onderzoek (Madin-Darby Canine Kidney Epithelial cells, MDCK-cellen).

Bepaald werd de virustiter van MDCK-cellen die drie dagen lang geïnfecteerd waren met NIBRG-14 (H5N1), dat van tevoren gedurende een verschillend aantal minuten, oplopend van een half tot 60 minuten, was geïncubeerd met bepaalde verdunningen van Sambucol. Verder werd aangetoond dat het extract, in de gebruikte concentraties, niet toxisch is voor de gastheercellen. Niet gerapporteerd werd of onderzoekers van Retroscreen Virology ook hebben gekeken naar remming van haemagglutinatie. De gevonden resultaten moeten nog bevestigd worden in verder onderzoek met proefdieren en in klinische studies.

Bronnen:

Persconferentie Razei Bar Industries, 18 januari 2006, The Royal Society of Medicine, Londen.

Zakay-Rones Z, Thom E, Wollan T et al. Randomized study of the efficacy and safety of oral elderberry extract in the treatment of influenza A and B virus infections. J Int Med Res 2004;32(2):132-40.

Zakay-Rones Z, Versano N, Zlotnik, M et al. Inhibition of several strains of influenza virus in vitro and reduction of sympoms by an elderberry extract (Sambucus nigra L.) during an outbreak of influenza B Panama. J Alt Compl Med 1995;1(4):361-9.

Barak V, Halperin T, Kalickman I. The effect of Sambucol, a black elderberry-based, natural product, on the production of human cytokines: I. Inflammatory cytokines. Eur Cytokine Netw 2001;12(2):290-6.

International Conference on Bird Flu: The First Pandemic of the 21st Century. A Central Role for Antivirals, St. Bartholomew’s Hospital, January 19th-20th 2006: S. Balasingam R, Lambkin D, Safirman M, Mumcuoglu, Oxford JS. Neutralizing activity of Sambucolâ against avian NIBRG-14 (H5N1) influenza virus. 


Natuurgeneeskunde transparant in leerboek

De laatste decennia wordt steeds duidelijker dat zowel ziekte als genezing sterk historisch en cultureel bepaald zijn. Er is sprake van een herwaardering voor de traditionele geneeswijzen van alle culturen, met name de Aziatische richtingen, omdat deze goed gedocumenteerd en geconserveerd zijn. Dit laatste was tot nu toe minder het geval met de Europese natuurgeneeskunde. Deze zomer verschijnt het eerste Nederlandse standaardwerk op dit gebied: “Leerboek traditionele Europese natuurgeneeskunde – theorie en praktijk van de constitutionele gezondheidsbevordering”. Het geeft inzicht in achtergrondfilosofie, werkwijze en positie van deze beroepsgroep. Twee docenten op verschillende academies voor natuurgeneeskunde (Anna Elling en Tedje van Asseldonk) schreven dit boek, waarin het hippocratische uitgangspunt “'De natuur geneest” centraal staat. Onder uitgebreide verwijzing naar de historische, filosofische en biologische fundamenten wordt stap voor stap uitgelegd welke strategieën de zorgverlener kan volgen om het doel, een betere gezondheid voor de individuele patiënt, met natuurlijke middelen na te streven. In Nederland bestaan sinds 35 jaar particuliere Hbo-opleidingen in de natuurgeneeskunde. De auteurs zijn als docenten bij verschillende van deze opleidingen betrokken en hebben het ontbreken (tot nu toe) van een leerboek voor de kern van het natuurgeneeskundige beroep als een gemis ervaren. Het is met name de methodiek van de constitutionele totaalbehandeling die in dit boek, onder meer aan de hand van casus, wordt behandeld. Voor de specifieke diagnostische en therapeutische technieken (zoals fytotherapie) wordt uitgelegd hoe ze methodisch in te passen zijn in de natuurgeneeskundige praktijk.

Bron: www.ten-online.eu  


Raad voor Tibetaanse Geneeskunde opgericht

Op 14 maart jl. hebben enkele Nederlandse klinieken voor Tibetaanse geneeskunde een stichting opgericht die een register gaat aanleggen van gekwalificeerde in Nederland praktiserende amchi's (Tibetaanse artsen). De nieuwe stichting is een samenwerkingsverband tussen drie reeds bestaande organisaties: de Nederlandse Stichting ter bevordering van de Tibetaanse Geneeskunde (NSTG), Stichting Chagpori in Amsterdam en de Praktijk voor Tibetaanse Geneeskunde in Ede. De drie erkende opleidingen tot amchi worden in India (in het Tibetaans) gegeven. Ze duren vijf jaar, waarna nog co-schappen volgen. Botanie, voedingsleer enomhoog fytotherapie behoren tot de hoofdvakken.

Bron: persbericht SRTG, p/a Schalk Burgerstraat 122, 1091 LM Amsterdam, Tel. 020-6720227.


Denemarken verbiedt zaagpalm

Dit voorjaar heeft de Deense regering alle producten met Serenoa repens (zaagpalm) uit de markt gehaald. De reden hiervoor vormden enkele artikelen in wetenschappelijke tijdschriften die de effectiviteit beschreven van deze plant bij BPH (onder meer een hormonaal effect) en veelal opmerkten dat over de veiligheid op lange termijn niet veel bekend was. Tevens was er een geval gemeld van verminderde bloedstolling tijdens een operatie bij een patiënt die sabal gebruikte. Deze actie heeft veel vragen opgeroepen bij experts, te meer daar een recente studie liet zien dat juist bij langeretermijngebruik (een jaar) de bijwerkingen gelijk waren aan die van de placebogroep.


Tanzaniaanse kruiden bij tandheelkunde Nijmegen

De Nijmeegse studente pathobiologie Carolien van den Beukel en de Tanzaniaanse tandarts Omar Hamza onderzochten de werking van 65 Tanzaniaanse plantenextracten tegen mondinfecties met candida. Deze mondinfecties worden daar veel gezien, met name bij HIV-patiënten. De bladeren, wortels en kruiden werden verzameld met hulp van twintig lokale traditional healers. Tien van de meegebrachte soorten vertoonden in vitro anti-schimmelactiviteit, waarvan drie bijzonder sterk. Of de toepassing van deze planten veilig is, en er geen ongewenste interacties optreden met HIV-remmers, moet nog nader worden onderzocht.

Bron: Radbode, december 2005.


omhoog

 

 


Publieksinformatie
over
kruidengenees-
middelen:


NTvF


JAAR
verslag


 

 

 

 

Externe links worden in een nieuw venster geopend.

U kunt een e-mailbericht met vragen of opmerkingen  
                    over deze website verzenden aan webmaster@fyto.nl.
                    Copyright © 2014 NVF   Laatst bijgewerkt: 18-02-2014